CAFÉ DE CONCKELAER IS OP DONDERDAG, VRIJDAG EN ZATERDAG GEOPEND VAN 16:00 TOT 24:00U . ZONDAG ZIJN WE OPEN VAN 16:00 TOT 20:00U. IS HET TERRASWEER DAN GAAN WE OP DIE DAGEN EEN UURTJE EERDER OPEN.

Emancipatiegolf. Minks wekelijkse column 30-11-2016

Emancipatiegolf. Minks wekelijkse column 30-11-2016

 

Eén van de meest vrouwelijke vriendinnen die ik ooit de mijne mocht noemen heette, zeg maar even: Repelsteeltje.

Repelsteeltje woonde in een nette buurt met grote huizen en een oprijlaan. Haar broertjes spraken als Jort Kelder en droegen zomer en winter zo’n witte tennissweater op hun rug waarvan de mouwen losjes, aan de voorkant, over de schouders hingen.

Waarom Repelsteeltje bij mij, een plat pratende, getatoeëerde Hagenees, bleef hangen? Wellicht het shockerend effect naar de omgeving, de spanning, sensatie en we hadden het ook nog leuk samen.

Wat in de beste gezinnen voorkwam was voor deze familie ook niet te min, pa en ma waren wettelijk gescheiden.

Hij was haar ‘baas in eigen buik’ gedrag spuugzat en bij deze of gene receptie het modelvrouwtje uithangen hing haar ook knap de keel uit.

Zelfs hebberigheid kon deze uit elkaar gegroeide toppers niet meer binden dus bezittingen werden verdeeld.

Hij: het buitenhuis en jacht in Loenen a/d Vecht en zij de villa in Wassenaar plus wat auto’s, voor beiden een forse stap terug.

 

Toen het huwelijkshek eenmaal van de dam was, kwam het emancipatie-circus in huize Hoenderhorst pas echt op gang.

Na de scheiding droeg de moeder van Repelsteeltje alleen nog maar houthakkersoverhemden, LEE spijkerbroeken en cowboylaarzen.

Bij thuiskomst verving een brute fles bier het knus kopje thee.

Geëmancipeerd koken was de nieuwe trend: ongeschilde aardappels omdat de meeste vitaminen ‘natuurlijk’ vlak onder de schil zitten.

Hele bloemkool: bladeren er af, kruisje in de onderkant, laagje water in de pan, wat zout op het bolletje. Toen de bloemkool voor de eerste maal intact op tafel stond keken de hongerigen verbijsterd toe, tot allen, onwennig, een taartpunt bloemkool voor zich hadden.

Alles kwam er aan te pas om het gehate huisvrouwenwerk zo minimaal mogelijk te houden, zo waren er o.a. ook nog de ongesneden snijbonen, niet geraspte bieten, moten prei, hele lof en dan telkens weer die gehate ongeschilde aardappels of zo’n grote gepofte in aluminiumfolie. Toetje? Een fruitschaal vol, zelf schillen graag.

Laatst liep ik Repelsteeltje, na lange tijd, weer eens tegen het lijf. Totaal niet haar moeder, supervrouwelijke vrouw die de razende emancipatiegolf van 60/70 als een paal boven water heeft doorstaan.

 

Tekstverantwoording: Mink Out.

Lees verder

Het Purinaoproer. Minks wekelijkse column 23-11-2016

Het Purinaoproer. Minks wekelijkse column 23-11-2016

 

De bewoning van mijn huis bestaat uit twee kampen: mensen en beesten.

Deze twee groepen leven overwegend in goede harmonie.

Het mensenkamp heeft een bezetting van slechts één vast en soms een wisselend tweede lid want alleen is ook maar alleen, nietwaar?

Over het kamp der beesten zal ik me beperken tot degene die zich regelmatig manifesteren, dus laten we het aquarium links liggen.

Het beestenkamp bestaat uit drie vaste leden: Truus, Trees en Toon en een wisselend lid: a man called Out, Mink Out!

Niet dat ik regelmatig omvorm in een ‘ten hemel schreiende’ weerwolf om me onder de verzamelnaam ‘beesten’ in te kunnen scharen.

Neen, mijn gedrag is de reden waardoor ik zo nu en dan het etiket beest draag, met of zonder wisselend type uit het mensenkamp☺.

Genoeg uitleg over de samenstelling der inwonende van het pand aan de ’s-Graven Haagsche Breedstraat nu.

 

De schoksgewijze prijsstijging van de Purina kattenbrok bracht mij er toe voor een goedkoper merk te kiezen met de nadruk op kwantiteit.

Hoewel dit de vorige keer tot een bewonerscrisis leidde zou ik deze maal mijn poot strak houden totdat de hele vijf kilo zak leeg was.

Nu moet u weten dat de katachtige in huisje weltevree aan de Breedstraat er zo hun verfijnde dierenmaniertjes op na houden om mij van hun merkentrouw te overtuigen.

Onder het languit televisie kijken schoten de opstandelingen als blik-semschichten langs mij heen om hun eis voor Purina te onderstrepen.

Tijdens m’n toiletgang liepen de opponenten, onder dekking van het duister, mij vanuit een hinderlaag, onverwachts ‘de voet dwars’.

Om ze van mijn superioriteit te overtuigen schopte ik de desbetreffende sluipmoordenaar met doortastende dwang opzij.

Dagen verstreken, de strijd werd grimmig: talloze malen werd ik ’s-nachts wakker door het kopjes geven, tegen een uit bed stekende hand of voet.

Eén en ander werd stante pede bestraft met een quasi stuiptrekkend klapje, respectievelijk trapje naar leden van deze laffe beestenbende.

Nu een week later: ik vermoeid, met randen onder de ogen.

Op afstand drie katten die mij als sfinxen hypnotiserend gade slaan.

Zal ik het Purinaoproer breken, de prijs betalen, nog één weekje dan.

 

Tekstverantwoording: Mink Out. Meer: www.conck.nl

Lees verder

Puik st(r)aaltje management. Mink wekelijkse column 16-11-’16

Puik st(r)aaltje management. Minks wekelijkse column 16-11-‘16

 

Een vriend van mij, laten we hem Quirines noemen (na deze Q) is mobieltjesverkoper, hij heeft het reuze naar zijn zin.

Je ontmoet mensen, praatje maken, abonnementje verkopen, bonusje pakken, kortom een baan voor een moderne bro (brother).

Alles kan: sim only, abonnement met een Apple 7+ of Galaxy Note 7, hoewel laatstgenoemde zaktelefoon door het ‘explosieve’ succes nergens meer beschikbaar is maar dit terzijde.

Q, een leuke gozer, drinkt een drankje, houdt op zijn tijd van een feestje, je zou zeggen: een gemiddeld homo sapiens, totdat……………..

Pas geleden kocht ik bij Q een nieuw mobieltje, helemaal top, netjes geholpen, als een gelukkig mens huppelde ik de zaak uit.

De splinternieuwe mobiel brandde in mijn tas, ik kon het wel uitschreeuwen: “Mensen bel mij, mijn nummer is 06 51 … … !!!”.

Aan de overzijde van Q’s telefoon-winkel schiet ik de lunchroom binnen, bestel koffie met gebak en haal, met trillende vingers, het deksel van de designdoos. De gloed van het sparkling mobieltje verlicht mijn opgewonden gezicht, als dat van een piraat die een schatkist vol gouden dukaten opent. Prachtig, deze vrucht geplukt uit de boom der consumptie maatschappij maakt mij zowaar gelukkig.

 

Terwijl mijn hebberigheid langzaam wegkwijnt zie ik iets opmerkelijks. Q tijgert laag over de grond zijn zaak uit, komt overeind en steekt een sigaret op. Daarna zijn collega die, bij het naar buiten gaan, een soort van limbo dans doet, rare gasten die telefoon verkopers.

Als de peuken zijn gedoofd springen ze hand in hand en wel een meter hoog terug de telefoonzaak in, een grappig maar vreemd tafereel.

Het had iets weg van Monty Python’s Flying Circus met John Cleese en zijn handlangers (voor de nieuwere mensen het Googeltje waard).

Als Q ‘s-avonds in de bar aan zijn biertje nipt kijk ik hem schijnbaar wat glazig aan. Na wat pressie vertel ik hem mijn waarneming. 

Wanneer u ooit besluiteloos een telefoonshop in- en uit ijsbeert onderdruk dan uw opwellende ergernis als de verkopers narrig doen. Het is namelijk zo dat deze gasten mede worden afgerekend naar het aantal keren dat het infrarood straaltje bij de deur onderbroken wordt. Wellicht ook een handige wetenswaardigheid om een leuke korting te bedingen (geintje Q!). Zoals vaker voorkomt: het personeel wringt zich in allerlei bochten bij een puik st(r)aaltje management.

 

Tekstverantwoording: Mink Out.                                   Meer: www.conck.nl

Lees verder

Handig, Minks wekelijkse column 9-11-2016.

Handig. Minks wekelijkse column 9-11-2016

 

Tijdens mijn strooptocht naar eten en drinken beweeg ik me, als het even kan, onbelemmerd in mijn territorium.

Nu is ons buurt-Albert Heijntje, zoals de naam al doet vermoeden, niet zo’n hele grote, maar toch lease ik voor optimale bewegingsvrijheid een winkelwagentje.

Niet enkel als verzamelkorf voor de door mij geselecteerde proviand maar ook als opslag van rugzak, motorhelm en verdere essentialia der moderne overlever.

Tevergeefs grabbel ik naar een muntstuk om het eerste winkelwa-gentje in rij van zijn vrijheidsberovende ketting te ontdoen.

“Zeker nog steeds geen nieuwe ‘karretjes-bevrijdingsmunten’ ” vraag ik het immer vrolijk moslimaatje van de klantenservice.

Ze stopt een ‘kleurloos’ wit schijfje met logo in mijn hand. “Er zijn nieuwe” spreekt haar prachtig, met hoofddoek omlijste, gezichtje.

 

Wel even wat anders dan dat prachtig chromen muntje met aanhaak sleutelring van weleer.

Wellicht een forse ‘bonus-aanbieding’ in de ‘tas’ van een slimfit-pak dragende manager. Op zeker dat hij bij de koffiemachine op het hoofdkantoor is gejonast als eerbetoon voor zijn substantiële bezuiniging.

Waardeloos muntje, helemaal nu het van plastic is, dus laat lekker staan die kar, midden op een plein, ze verdienen toch genoeg.

Nee hoor, je wilt het witte schijfje niet kwijt, toch wel makkelijk, dus zet je het karretje netjes op zijn plaats terug.

Bij de uitgang prop ik mijn leasewagen zonder schade in zijn voorganger en haak hem aan.

De argusogen van de straatkrantverkoopster fixeren zich, zoals gewoonlijk, op de inleggleuf maar bij het zien van het kraak noch smaak muntje haakt zij teleurgesteld af.

Bepakt en bezakt naar buiten lopend werp ik haar een gulle groet toe, een zuinig goedemiddag uit haar pruilmondje is mijn beloning.

 

Heel verhaal voor zoiets kleins, wellicht een volgende keer over de plakstripsluiting van de AH vleeswaren en gesneden kaas, ook handig!!

 

Trump, kan dat maar goed gaan.

 

Tekstverantwoording: Mink Out.

Lees verder

Lang en gelukkig.                 Minks wekelijkse column 2-11-2016.

Lang en gelukkig.                 Minks wekelijkse column 2-11-2016.

 

Een jaar voordat zijn pensioen los barste kneep Stientje er tussenuit, niet dat ze dat zo gepland had hoor.

Neen, bij het naar bed gaan zoals gewoonlijk de wekker gezet en een kus, de dag er na stond ze ineens niet meer op.

Mooie begrafenis, veel bloemen, zelfs van de directeur generaal van het ministerie. 50 jaar samen en nu: plotseling alleen.  

Koos kan er maar moeilijk aan wennen, hobby’s heeft hij niet en de stilte in een huis, zonder Stientje, is ‘oorverdovend’.

Zijn schoondochter doet de was en zorgt voor magnetronmaaltijden. Soms een shoarmaatje van de grillroom verderop of patat bij Piet.

Koken, wassen en strijken kan hij niet, heeft zij altijd gedaan, Koos bracht het geld binnen.

Hij werkte net zo lang op het ministerie als dat hij Stientje kende, zijn leven bestond uit haar, zijn werk en twee weken per jaar naar camping de Schaapskooi op de Veluwe.

Ze stonden daar met hun buren uit de straat: Sjors en Dien, die altijd de sleurhut naast hen huurden.

Ze dachten ‘nog lang en gelukkig’ maar nu, vlak voor de oogsttijd ontvalt ze hem.

 

Ze leefden zo’n beetje als broer en zus, dat werkt nou eenmaal zo.

Hij was haar nooit ontrouw geweest, dat was niets voor hem.

Natuurlijk had hij het wel eens moeilijk, zoals die keren op de camping dat buurvrouw Dien, in een verzengende hitte, topless lag te zonnen.

Ze was een aantrekkelijke vrouw, had hem een keer gesnapt toen hij haar stond te begluren, ze heeft er nooit een woord over gerept.

Na jaren gingen Sjors en Dien uit elkaar, zij vertrok en Sjors bleef.

 

Na zijn ministerieel werk een kop snert in de lunchroom van de Hema.

Tegen zijn verwachting doet deze drukbezochte plek de eenzaamheid geenszins verlichten. De aanschouwde weldaad van saamhorigheid maakt zijn ‘isolement’ daarentegen nog ondraaglijker.

Een attractieve vrouw schuift bij hem aan: “Ben jij niet Koos van Stientje” fluistert ze pretogend in zijn oor.

“Dien” roept deze opverend uit zijn solitaire duisternis.  

 

En, wat denkt u, leven ze nog lang en gelukkig? Vul het zelf maar in.

 

Tekstverantwoording: Mink Out.                                   Meer: www.conck.nl

Lees verder

Keesje. Minks wekelijkse column 26-10-2016.

Keesje. Minks wekelijkse column 26-10-2016.

 

Met brute kracht een dwangbuis forceren en de vrijheid hervinden doet denken aan de ‘must see’ film “One flew over the cuckoo’s nest” uit ’76 ja, ja, DE VORIGE EEUW!!!!

Maar neen, boven genoemde scenes waren wapenfeiten van Keesje.

Een stuk van het kapot getrokken insnoerkoord droeg hij met trots, als een trofee, rond zijn pols.

Keesje mocht met regelmaat het café niet betreden omdat hij te ver heen was en bezoekers de stuipen op het lijf joeg.

Hij passeerde rond middernacht het café en kreeg twee blikjes hondenvoer mee voor de magere vierpoot die niet van zijn zijde week.

“Niet zelf opeten hé Kees”, een flesje malt voor hem en een echte voor de mij.

Zittend op het muurtje voor de winkel dronken we het koele goudgele vocht in een kort doch intens warm moment van saamhorigheid.

 

 

“Zo meteen een stukje gitaar spelen in het parkje verderop, ga ik lekker met mijn rug tegen een dikke boom zitten.

Ik noem hem Grote Eik, een beetje een indianennaam, die geest zit er in, dat soort dingen voel ik, gek hé”.

Als hij zijn maltje op heeft, geeft hij de plank die al weken aan de overkant tegen het muurtje staat weg te kwijnen een kusje.

Deze heeft het koud en is eenzaam, iets wat Keesje als ervaringsdeskundige maar al te goed doorheeft.

Na het kussen zie ik hem met zijn gitaar op de rug en de zwiebelstaartende keffer in zijn kielzog richting het park lopen.

Het duister zuigt hem langzaam maar zeker naar binnen.

Het was de laatste keer dat ik Keesje sprak, twee dagen later gaf hij de vredespijp aan Maarten na een overdosis medicijnen.

 

‘Oude Eik’ wierp de fontein door het venster, Keesje was vrij.

 

 

Om de laatste zin door te hebben kijk je de film of tik deze regel: one flew over the cuckoo's nest ending scene , in op YouTube. Iedere overeenkomst met echte mensen berust op toeval.

 

Tekstverantwoording: Mink Out. Meer: www.conck.nl

Lees verder

Een mooie herfst. Minks wekelijkse Column 19-10-2016

Een mooie herfst. Minks wekelijkse column 19-10-2016

 

De berg van niet op elkaar afgestelde treiterstoplichten lijkt onbedwingbaar totdat, aan de outskirts van Leidschendam-Voorburg, oase De Prinsenhof opdoemt.

“Ze zal wel in de eetzaal zijn, net klaar, u mag haar daar wel ophalen” sprak de kordate verpleegster glimlachend.

Als ik zoekend van bovenaf neerkijk op de zittende bejaarden doet het me denken aan een bos met grijze vogelnestjes.

Natuurlijk pik ik Den Ouden Neel er zo uit, ‘t is mijn moeder.

Dat valt knap tegen, ze lijken allemaal op elkaar, een ietwat gelaten wachtend totdat iemand ze naar hun bestemming brengt.

Ik geef haar drie welgemeende kussen, sla mijn handen aan de rolstoel en duw haar voort richting de tuin.

Meneer Verstappen is duidelijk geen routinier, hij houdt de boel rolstoel twistend op met een file bokkende bejaarden als stilstaand gevolg.

De vriendelijke man van de huishoudelijke dienst (denk ik) helpt me aan twee kopjes bonenkoffie, die gaat het hardst, na de eerste slok begrijp waarom. De revalidatie gaat goed, ze mag wellicht naar huis.

 

Op de binnenplaats pronken oudjes groos met zonen en dochters zoals kloeken dat, bij de eerste lentezon, met hun kuikens doen.

Een behaaglijke herfstdag, water klatert gemoedelijk in de vijver. Het dompelt mij in een dromerig bad waarin ik eeuwig wil dobberen.

Het stoïcijns kind met een vogel op de arm, zit doodstil.

“Fly away”, geldt niet voor de plakkers in het web van het ijverig spinnetje dat dit bronzen beeld gebruikt om te overleven.

Een verwaarloosbaar drama op een voor ons zo perfecte middag.

Zittend naar binnen voor je een koutje oploopt, zus en zwager weg. Taxibus langs het raam, zij wuiven als Bea, wij als Theo en Thea.

De taxichauffeur giert met ons mee, zijn gouden tanden onthullen rijkdom die je, voor de schoonheid, maar beter verbergt.

Op haar kamer rolt, over het digitaal lijstje, traag een foto van Den Ouden Neel en haar zus Pie voorbij. Een foto uit lang vervlogen tijden met van die veertiger jaren, Andrew Sisters kapsels.

Naast deze ge-zusterlijke foto staat haar glanzend nieuwe mobiel, met modern doortikkend digitaal klokje: Het is een mooie herfst.

 

Tekstverantwoording: Mink Out.

Lees verder

Macht van het Geld. Minks wekelijkse column 12-10-2016

Macht van het geld. Minks wekelijkse column 12-10-2016

 

Mijn vriend René heeft een antiek autootje, waarmee hij eens in de zoveel tijd het Louwman museum in Den Haag bezoekt.

Groot voordeel van het parkeren met een oldtimer (de auto) is dat je pontificaal bij de hoofdingang van het gebouw mag staan.

Wanneer René in zijn Austin Healey het terrein opdraait, glimmen ze als hondenpiemels in de Maneschijn, de auto van een fikse poetsbeurt en René van gepaste trots.

Het krioelt van de driedelig-grijs-mannetjes en een enkel fleurig vrouwtje op het voorterrein.

Een ‘Business and pleasure’ samenkomst van het bedrijf Canon.

Voetje voor voetje schuift de grijze massa een eetzaal binnen, dus einde dreiging dat ons ‘mannenmiddagje’ met voeten wordt getreden.

 

Likkebaardend en kwijl bekkend lopen we langs een dikke eeuw auto evolutie, in de ruimste zin des woords, we worden er warm van.

Maar toch, ergens in mijn achterhoofd ontkiemt irritatie.

Ik denk aan Charlie Chaplin-achtige figuurtjes, die zich voor een habbekrats afbeulden en op straat met deze decadente pracht en praal werden geconfronteerd.

Onbeschaamde exorbitante zelfverrijking door de tijd heen.

Zo is daar de zwaanauto van een Maharadja, anderhalf keer zo duur als een Rolls Royce in die tijd en het summum van wansmaak.

Deze liet via een imposante zwanenhals op de motorkap heet water over de armoedzaaiers uitsproeien wanneer ze op of in de weg liepen.

Ja, de macht van het geld zullen we maar zeggen.

“Zou de eigenaar van een Austin Healey zich aan de balie willen melden”, annonceert een aangename damesstem over de omroepinstallatie. Teleurgesteld komt René later terug, zijn troetelkind moest weg voor een groepsfoto van de schoorvoetende Canon-clan.

Weg wezen, wij zijn hier, de macht van het geld.

Even denken mijn Noord Afrikaanse vriend Monchi en ik er nog over om een anarchistische tegendaad te stellen, gewoon omdat het moet. We besluiten tot het schoppen van een forse deuk in de prachtige Ferrari 500 superfast speziale van prins Bernhard.

Echter, René weigert mee te dingen naar de rol van hoofddader dus zien we van deze, goed te rechtvaardigen, terroristische aanslag op het kapitalisme, af.

We deden een plas, dronken een glas en alles bleef zoals het was.

 

Tekstverantwoording: Mink Out.

Lees verder

Met de stroom mee. Minks wekelijkse column 5-10-2016

Met de stroom mee. Minks wekelijkse column 5-10-2016.

In mijn eeuwig gevecht om op gewicht te blijven strijk ik regelmatig neer bij de poffertjeskraam op het Malieveld.
Vroeger doolden hier spiritusdrinkers, een soort junks die bij schaarste aan guldens voor normaal vuurwater, spiritus weg klokten.
Het enige zonovergoten tafeltje waar ik op af steven wordt, vlak voor mij, bruusk ingenomen door twee opvallend flukse bejaarden. 
Aan de door hún verlaten schaduwrijke tafel gezeten werp ik ze een stuurse blik toe, een na-nanana-nana, lange neus grimas krijg ik, stante pede, terug. 
Hordes merk-geklede kantoormensen lopen richting ‘Centraal’ huiswaarts. De Zeeman dragende minimumloners lopen tegen deze stroom in om schoon te maken wat de merkmensen na-laten. 

Aan het tafeltje naast mij zit een oude Indo, op de voorkant van zijn cap prijkt een tank, met daaronder iets van Pantser Infanterie of zo.
“Mooi weer” opent hij het gesprek waar ik eigenlijk niet op zit te wachten. Ik kijk hem vluchtig aan en knik met een glimlach waarna ik weer in mijn boek duik. “Ja ziet u” gaat hij onverstoorbaar verder: “Ik heb als kind in het Jappenkamp gezeten, droom ik regelmatig van. 
‘s-Nachts, zinken emmers om je behoefte te doen in een afgesloten slaapzaal, zal die penetrante lucht nooit meer vergeten. Strafappel: uren in de brandende zon staan, er waren er die het loodje legden.
Ja meneer, dat was niet makkelijk maar we hebben het overleefd.
We zijn naar Nederland gekomen in de jaren vijftig, met de M.S. Willem Ruys, de hutkoffer met familienaam staat nog op zolder”.
Al poffers prikkend was mijn interesse gewekt: “ Goh, en toen hier, een baan?” “Ja, bij defensie, eerst op kantoor en toen als internationaal leger fotograaf, erg veel ellende gezien, Libanon, Joegoslavië. Gek genoeg was dat fotograferen toch een soort van medicijn tegen mijn kamptrauma. Zoiets van dat ik niet de enige ter wereld was die vreselijke dingen had meegemaakt”. 
Ik zag een randje traanvocht onderin zijn ogen verschijnen.
“En nu?” vroeg ik hem. “Ik woon in Delft, mijn kleinkinderen komen vaak, ben ik erg trots op, zijn nu ongeveer net zo oud als ik, toen ik in het kamp zat. Dan zie ik ze zo lekker onbekommerd en denk: toch blij dat ik het gered heb. Ik neem ze volgende keer maar eens mee, poffertjes, zijn ze gek op” sprak hij levenslustig. 
Hij stond op, gaf me een hand en liet zich met de stroom meevoeren.

Tekstverantwoording: Mink Out.

Lees verder

Slachtoffer-hulp. Minks wekelijkse column 28-9-2016

Slachtoffer-hulp. Minks wekelijkse column 28-9-2016

 

Haar zachtroze huid lag ongegeneerd en splinternaakt te kijk. Onwrikbaar vast gezet was ze overgeleverd aan de grillen van de drank verzwelgende omstanders.

Vochtdruppels trokken sporen op haar lichaam gelijk ochtenddauw langs korenhalmen op Drentse velden.

Begerige blikken van mannen en vrouwen aanwezig, tasten dit weerloos, onbevlekt lichaam af tot in een kennelijke staat van extase.

Dit zijdezacht lijf, als handelswaar keurend aan de man gebracht. De heerlijke billen draaiden willoos in het rond, een lustopwekkend schouwspel dat het ‘nog niet mogen betasten’ tot een kwelling maakt.

De strijd tussen mededogen en lust wordt gewonnen door het laatste.

Dansende vlammen belichten verhitte gezichten die likkebaardend genieten van het verloop van deze orgie.

Muziek stopt, adem stokt, de reus met kolenschophanden plant het mes onder de oksel en snijdt, in één krakende beweging het lichaamsdeel los.

Als in een Jheronimus Bosch tafereel propt het gezelschap de eerste warme stukken vlees gulzig in hun wijd opengesperden monden.

 

Naast diverse salades, is dit sappig, Drents varkensvlees een feest voor de smaakpapillen.

Schuimkragen klotsen morsig in elkaar, noord en zuid verbroederen.

Stadse kakkers en Drentse kinkels lijken meer op elkander dan leek.

De diepe nacht verdraagt oeverloos lallen totdat de waard het niets meer waard vindt.

Een tap drupt na, het gelag verstomt, vanuit Café Deen zwalk ik door het muisstille dorp naar mijn alcohol verlossende slaapplek. Het maantje leunt, net als ik, sikkelvormig tussen fonkelende sterren achterover. Zou dit Drents dorp nog steeds iets met dat communisme hebben?

Mijn zucht naar bier was blijkbaar zo groot dat ik in dit gehucht de Tom Tom moet gebruiken om het huis van mijn dromen te vinden.

Dromen van een arm, te jong, Drents feestvarkentje aan het spit waarvoor slacht-offer-hulp op tijd en te laat kwam.

Voor de gemoedsrust dit maar snel terzijde, het was een mooi feest.

De Drent en ik, dat zit wel goed. ’zo wisse as een klontie zuut is’.

 

Tekstverantwoording: Arjan Wilting, Mink Out.

Lees verder

Website by Splendit 2024

Kinderdisco