CAFÉ DE CONCKELAER IS OP DONDERDAG, VRIJDAG EN ZATERDAG GEOPEND VAN 16:00 TOT 24:00U . ZONDAG ZIJN WE OPEN VAN 16:00 TOT 20:00U. IS HET TERRASWEER DAN GAAN WE OP DIE DAGEN EEN UURTJE EERDER OPEN.

Auteur Archief

Ieder zijn vak. Minks wekelijkse column 16-7-2014

Ieder zijn vak. Minks wekelijkse column 16-7-2014 Het was volle maan dus de cafédeur was al om elf uur dicht. Uitbater “Tap” fungeerde zelf als vliegende portier. In zijn tent bleef het gezellig en er was geen plek voor klootzakken. Tap, had ogen op steeltjes, hield alles goed in de gaten, zo ook deze avond. Buiten stopte een taxi met een hoop bombarie aan de binnenzijde. Er stapte drie mannen uit, die, zo te zien, al een café of tien bezocht hadden. Tap, vroeg de taxi te wachten; “Sorry jongens; jullie kunnen hier niet binnen, ga lekker een deurtje verder. Wie ben jij dan met je griebushoof, wij gaan gewoon naar binnuh”. “Jongens”, sprak de kroegbaas, terwijl hij ze strak in de ogen keek, “bederf mijn leven niet, ga weg, morgen als je wakker wordt ben je me dankbaar. As jij zo doorgaat wor jij nooit meer wakkah, teringbak”. Tap kookte van binnen maar had zich voor genomen dit klusje zonder handgemeen te regelen. Na veel overreding gaven de drie amigo’s het op en verdwenen lam de taxi weer in. “We komme turugh en dan ken je lagguh” schreeuwden ze hem nog toe . Een half uurtje later kwam dezelfde taxi voorrijden, met één van de drie mannen er in, 2Tap liep naar buiten. “Ik kom speciaal terug om jou voor je bek te stompen” sprak de man met het taxiabonnement. Tap blufte hem af met: “Dan moet je ff wachten”, liep hem voorbij en gaf de taxichauffeur een tientje, met de opdracht: “Staan blijven”. “Wat zei jij nou?” Vroeg Tap terwijl hij weer op de man afliep. Ik heb met mijn kameraden afgesproken dat ik een biertje aan de bar ga drinken, zo niet; ram ik jou voor je bek. Je komt er echt niet in en mij op mijn bek rammen is ook niet zo zinvol. Weet je wat; ik haal binnen twee biertjes, die drinken we dan lekker samen op, daarna ga jij weg. Niet binnen geweest maar toch je biertje”. De man leek verward. “Ja uhh” In een tel was Tap terug, gaf de man het biertje, proostte en sloeg het kleintje in één teug achterover. “Ehhhhhh, lekker hé, sprak Tap. Jij bent een rare man sprak de terugkomer”. Nam een nip van het biertje, gaf het glas af en ging de taxi weer in. Tap sprak door het open raampje: “Ga lekker naar huis, het is mooi geweest. Neen lachte hij, ik ga die gasten vertellen dat ik toch me biertje gedronken heb, zeg maar tegen je baas dat ik vind dat hij een goeie portier heeft”. De taxi reed weg……….nooit meer terug gezien. Een post traumatisch stress syndroom heeft Tap ook hier niet aan over gehouden, geen tijd voor, ieder zijn vak, zullen we maar zeggen. Tekstverantwoording: Mink Out.

Lees verder

Een zegen voor de mensheid. Minks wekelijkse column 2-7-2014

Een zegen voor de mensheid. Minks wekelijkse column 2-7-2014 Sint Hubertus, hierna Huub te noemen was voordat hij sint werd nogal een levensgenieter. Huub, zoon van een hertog, ging in 783 jagen op goede vrijdag. Geen gelovige die hier blij mee was, maar daar trok Huub zich weinig van aan. Klaar voor de kill van een prachtige 18 ender verschijnt een lichtend kruis als teken van afkeuring, tussen het gewei van de, ten dode opgeschreven, burlende geile bok. Huub zag de ernst van de zaak in en begreep dat dit een boodschap was van een grotere macht dan die van papa. Ok, Huub komt tot inkeer, geeft zijn rijkdom aan de armen, schopt het notabene tot bisschop en promoveert zelfs na zijn dood tot beschermheilige van de Jacht. Een zegen voor de mensheid. 1920, een meute jachthonden staat hevig blaffend voor het kapitale, net afgebouwde jachtslot Sint Hubertus op de Hoge Veluwe. Met glanzend gepoetste laarzen en een onberispelijk jagerstenue komt de heer Anton Kröller naar buiten, pakt de door zijn stalknecht aangereikte teugels, en neemt spoorslags de leiding van deze jachtpartij op zich. Boven in de met lift bereikbare torenkamer (voor de butler is er de trap) ziet Helene Kruller-Muller, onder het genot van een (koud) kopje thee, het jachttafereel, met haar man voorop, als een levend schilderij aan zich voorbij trekken, ze hebben het goed. Terwijl mensen voor, en in, de eerste wereldoorlog een hel op aarde beleefde, verdiende Helene en Anton een fortuin. Ja uhhh, iemand moest het vuile werk opknappen. Maar toch schonken zij, Nederland, een kunstcollectie waar U, U tegen zegt. Een gewetens goed makertje? Met als lichtend voorbeeld boven genoemde Sint Huub? Niet helemaal, het geld was nagenoeg op en Anton moest als directeur aftreden. De staat sprong bij met harde florijnen waardoor de kunstcollectie (gelukkig) intact bleef, compleet met een nieuw te bouwen museum. Ook werd door het rijk geregeld dat Krüller en Müller tot hun dood in het jachtslot mochten blijven. Wat men toen betitelde als vriendjespolitiek, bleek achteraf geen slechte zet. Landgoed, museum en het door Berlage en van der Velde ontworpen Jachthuis blijken achteraf een ware goudmijn. Toch aardig; Helene en Anton, een (culturele) zegen voor de mensheid. www.kmm.nl Tekstverantwoording: Mink Out. Kopie aan de bar. Meer: www.conck.nl en zaalverhuur.

Lees verder

Genaaid. Minks wekelijkse column 8-7-2014

Genaaid. Minks wekelijkse column 8-7-2014 In mijn vak als herbergier moet ik, als ik zelf mijn mond hou, al 21 jaar naar mensen luisteren. Nu en dan een begripvol knikje of geluidsuitstootje zo van: “goh” of “nee” en een serieuze blik, zijn genoeg om de schijn hoog te houden dat men niet alleen voor het drankje betaalt. U zult misschien begrijpen dat ik na zoveel jaren aanhoorderschap, erg gesteld ben op mijn stilte gebied. Zo ook tijdens de dagelijkse brunch in mijn favo koffiesalon. Binnen zitten was er vandaag niet bij, alle krukken bezet, en staand eten vind ik niks. Een man van middelbare leeftijd, alleen aan een tafeltje, met naast hem, de enige vrije stoel van het terras. Zijn haarcoupe en kledij waren onberispelijk. Bij hem, aan het tafeltje, kon ik vast, op mijn gemak, het nieuws van NU.nl doornemen. “Is deze plaats vrij”, vroeg ik, op vriendelijke toon. “Ga zitten, liever dat het een leuke vrouw was, maar oké”, grapte hij. Hier legde de man wellicht een homofobisch trekje bloot, maar deze conclusie mag u bij twijfel ook bi-beoordelend tot u nemen. Koud zat ik, of Bill (hij leek op Bill Clinton) begon onophoudelijk te ratelen, shit, daar ging mijn bijkom kwartiertje. “Ja, een paar maanden een vriendin, en nu laat ze me gewoon in de steek voor een ander. Irakese, veel jonger en mooier dan mijn vrouw, het was fantastisch? Nog tweeduizend euro aan die Aiesha uitgeleend, voor haar zieke moeder, wil ze niet terug geven. De rechter er bij gehaald, ik pik het niet. Ze heeft alweer een ander, eentje van de opvang, die hang ik er ook aan; machtsmisbruik. Hij heeft haar vijfduizend gegéven, dit keer om te studeren, kan die naar fluiten”. Om van deze slopende monoloog vol zelfmedelijdende af te komen liet ik hem achter met raad; “Ik zou het geld laten zitten. Normaal was je, voor een fantastische tijd, veel meer kwijt geweest, toch? Zie het een beetje als een storting aan vluchtelingenwerk Nederland. Een mooi streven en je hebt er nog zat voor terug gehad. Misschien geeft dat wat meer compassieruimte voor je vrouw, die zich, door jou, toch óók flink genaaid zal hebben gevoeld”. Na een ferme knipoog liep ik weg, pffftttt. Zeiken over tweeduizend euro terwijl meneer haar leven en erger nog mijn brunchkwartier verpest, uitgenaaide egoïst. Alle vergelijkingen, berusten op louter toeval. Tekstverantwoording: Mink Out. Meer: www.conck.nl en zaalverhuur.

Lees verder

Mannenpraat. Minks wekelijkse column 25-6-2014

Mannenpraat. Minks wekelijkse column 25-6-2014 Met mijn nog redelijk dichte slaapogen zit ik, om één uur ‘s-middags,bij Florencia aan de koffie-verkeert te sabbelen. Een broodje ei, tosti, kroket en een mellukie. Meestal nog een tompoes of harde mokka maar vandaag een keertje niet. Beetje aan de lijn denken, maar wel goed eten, voor je aan het werk gaat. Onder mijn wenkbrauwen door kijk ik naar buiten. Het is, voor mij, een terugkerend ritueel om dik, dun, mooi, lelijk, jong, oud, gekleurd, zwart en wit te analyseren als ze hier, aan mij, voorbij gaan. Waar heen? Wel of geen beroep? Gestudeerd of niet? Zijn zo van die vragen die in me op komen als deze tijdsgenoten voorbij paraderen. Een voorzichtig klapje op de schouder haalt me uit mijn observatie, een licht hese Haagsche stem groet mij vriendelijk: ”Hee die Mink, hoe is het”. Het is weduwnaar Willem, zijn ogen kijken helder en levenslustig vanonder de geruite, oud model, pet uit. Een niet te grote slanke zeventiger, die ik ken van vroegere familiefeestjes en zomeruitjes, toen nog met vrouw, waar hij voor door het vuur ging.Hoe is het met de verkering Mink. Nou Willem, al een jaar of vijf niet meer, en ik vind het nog niet eens een probleem, kan doen wat ik wil, eigenlijk bevalt het me wel redelijk”.En hoe doe je dát dan”, smoest hij in mijn oor terwijl zijn hoofd een knikkende beweging richting mijn kruis maakt. “Beetje intieme vraag Willem; maar oké; soms als ik mazzel heb, een keer gezellig, deze of gene, en anders de ouderwetse, zeg maar ff, manuele therapie”. Ik ga nog steeds naar de Doubletstraat, je moet toch wat Mink. Als het voor jou werkt Willem, moet je het doen! Voor mij is het niks, ik vind het te nep. Tsjonge, jonge Willem, je bent over de zeventig! Gebruik je wel een condoom, vraag ik met een vleugje humor. Neen Mink, alleen maar zonder, anders vind ik het niet leuk, maar die mevrouw heeft me verzekerd, dat ik als enige, zónder regenjas mag!” Grapt hij, met een ferme knipoog. Ten afscheid knijpt hij me vriendelijk licht in de schouder: “Ik zie je Mink! Is goed Willem, kijk je uit”. Mooie man die Willem. P.S. als er dames zijn die dit lezen; gewoon vergeten en niet aan vriendinnen vertellen, het is namelijk echte mannenpraat. Geschreven met toestemming van Piet Priet die ik Willem noem om zijn anonimiteit te waarborgen. Tekstverantwoording: Mink Out. Meer: www.conck.nl en zaalverhuur.

Lees verder

Genaaid. Minks wekelijkse column 8-7-2014

  Genaaid. Minks wekelijkse column 8-7-2014 In mijn vak als herbergier moet ik, als ik zelf mijn mond hou, al 21 jaar naar mensen luisteren. Nu en dan een begripvol knikje of geluidsuitstootje zo van: “goh” of “nee” en een serieuze blik, zijn genoeg om de schijn hoog te houden dat men niet alleen voor het drankje betaalt. U zult misschien begrijpen dat ik na zoveel jaren aanhoorderschap, erg gesteld ben op mijn stilte gebied. Zo ook tijdens de dagelijkse brunch in mijn favo koffiesalon. Binnen zitten was er vandaag niet bij, alle krukken bezet, en staand eten vind ik niks. Een man van middelbare leeftijd, alleen aan een tafeltje, met naast hem, de enige vrije stoel van het terras. Zijn haarcoupe en kledij waren onberispelijk. Bij hem, aan het tafeltje, kon ik vast, op mijn gemak, het nieuws van NU.nl doornemen. “Is deze plaats vrij”, vroeg ik, op vriendelijke toon. “Ga zitten, liever dat het een leuke vrouw was, maar oké”, grapte hij. Hier legde de man wellicht een homofobisch trekje bloot, maar deze conclusie mag u bij twijfel ook bi-beoordelend tot u nemen. Koud zat ik, of Bill (hij leek op Bill Clinton) begon onophoudelijk te ratelen, shit, daar ging mijn bijkom kwartiertje. “Ja, een paar maanden een vriendin, en nu laat ze me gewoon in de steek voor een ander. Irakese, veel jonger en mooier dan mijn vrouw, het was fantastisch? Nog tweeduizend euro aan die Aiesha uitgeleend, voor haar zieke moeder, wil ze niet terug geven. De rechter er bij gehaald, ik pik het niet. Ze heeft alweer een ander, eentje van de opvang, die hang ik er ook aan; machtsmisbruik. Hij heeft haar vijfduizend gegéven, dit keer om te studeren, kan die naar fluiten”. Om van deze slopende monoloog vol zelfmedelijdende af te komen liet ik hem achter met raad; “Ik zou het geld laten zitten. Normaal was je, voor een fantastische tijd, veel meer kwijt geweest, toch? Zie het een beetje als een storting aan vluchtelingenwerk Nederland. Een mooi streven en je hebt er nog zat voor terug gehad. Misschien geeft dat wat meer compassieruimte voor je vrouw, die zich, door jou, toch óók flink genaaid zal hebben gevoeld”. Na een ferme knipoog liep ik weg, pffftttt. Zeiken over tweeduizend euro terwijl meneer haar leven en erger nog mijn brunchkwartier verpest, uitgenaaide egoïst. Alle vergelijkingen, berusten op louter toeval. Tekstverantwoording: Mink Out.

Lees verder

Kaas. Minks wekelijkse column 18-6-2014

Kaas. Minks wekelijkse column 18-6-2014 Om mijn klanten te voorzien van de beste kwaliteit, tegen een zo laag mogelijke prijs koop ik kaas bij de Lidl. Mooie vierkante blokken voor, vier zoveel, de kilo, overigens; tijdens de oranje voetbal perikelen, ineens 75 cent duurder, maar dit buiten de lijnen. De vis, maar ook de kaas, wordt duur betaald dus wil ik stukken zonder buitenkorst. Na grondig graafwerk keer ik een aardig, ze smelten de kazen, slagveld, de rug toe. Als je bij de kassa moet afrekenen lach je, je ding uit je broek, echt goedkoop. 30 euro, voor een bergje boodschappen en 6 kilo kaas, yes. In het café, toch maar ff de bon nakijken, wel erg goedkoop, en jawel, gewoon vijf stukken kaas vergeten langs de bieper te halen, vreemd. Bij elkaar toch zo’n twintig euro korting, waarbij die ‘1 plus 1 gratis’ van de Jumbo natuurlijk op een muis lijkt, die op zijn beurt weer een gevaar voor mijn kaas is. Het begon toch te knagen. Nu moet ik u bekennen dat ik vroeger wel eens iets gepikt heb, met vrienden en zo, maar dat was meer voor de stoerheid en de sensatie. Dat soort dingen is al sinds mijn puberteit passé, bij respect voor elkaar, hoort ook het respect voor bezit. Ik had er niet voor betaald dus het zat me niet lekker. Twee weken later, bij de kassa, loopt de chef voorbij; ik hou hem tegen en geef hem twee tientjes in zijn handen, met de boodschap (ha, ha, boodschap) van de 5 kilo kaas die niet gerekend was. De gezichtsuitdrukking, van chefke en het meeluisterend personeel, gaf me de indruk dat ze een psychiatrische inrichting wilden bellen om deze gek weg te laten halen. Van dit soort eerlijkheid hadden ze hier duidelijk geen kaas gegeten. “Laat maar zitten” zeggen, was ten overstaan van het personeel geen slimme zet. Hij stond voor het blok (om maar ff bij de kaas te blijven). “Heeft u het bonnetje?”, vroeg hij als uitvlucht. “Neen, maar vijf stukken kaas, maal vier euro is toch twintig, ongeveer?”. Hij stamelt, terwijl ik het geld weer in handen krijg,: “Neen, sorry meneer, komt u volgende week maar terug, of zo, ik kan hier niks mee”. “Dus je wil het niet?” Zijn appelige blik zei me genoeg. “Dan heb ik er nu zat aan gedaan” sprak ik, een verblufte chef, personeel en klandizie achterlatend. Ik voel me belachelijk. Denk dat ik met de voetbal maar een extra rondje kaas weggeef. Tekstverantwoording: Mink Out. Meer: www.conck.nl en zaalverhuur.

Lees verder

(Ven)ster van Bethlehem. Minks wekelijkse column 10-6-2014

(Ven)ster van Bethlehem. Minks wekelijkse column 10-6-2014 In de jaren 60 werden er, in Denhaag, al volop fietsen gepikt, dus als mijn moeder haar stekelkoppies mee de stad in nam, om de kinderbijslag er doorheen te ‘jassen’, ging haar stalen ros voor beperkte tijd de fietsenstalling in. Deze bewaarplaats, met zijn houten fietsenrekken, zat op de hoek van de Raamstraat en de Grote Marktstraat. “So far, so good” zult u zeggen: “Klopt”, is mijn antwoord, totdat de ‘fietsenstaller’ te voorschijn kwam. Hij was een oude man met een gezicht vol wratten. De toen nog Jonge Neel (mijn moeder) drukte ons, kleine flapuiten, op het hart de mond dicht te houden en niet te lachen. Nou, ik kan u verzekeren: als deze, niet te benijden, man zijn hoofd uit de bedompte duisternis van zijn fietspakhuis stak, verging het lachen je vanzelf. En met een mond vol tanden, stonden deze twee Haagse schoffies ook niet echt te trappelen om een optreden te doen als het duo; De Oralia’s. Vanuit een misplaatst rond venster, boven in de blinde muur, scheen een lichtstraal, door deze met zware shag en stof bezwangerde duisternis. Een soort (ven)ster van Bethlehem tafereel. Op een vreemde 1e Pinksternacht, lekker met een maat van mij op stap, “Hit the town”, zeg maar ff, veel gezelligheid en buiten roken. Op zo’n avond hebben we nooit genoeg, dus nog ff een deurtje verder. Bevriende beroepsstappers (Tom & Tom) wijzen ons de weg langs immer veranderende locaties der nacht-horeca. Ietwat zwalkend, (zoveel hadden we toch niet op?) bereikte we dit nieuwe ‘pakhuis’. Het vertier spat er af; drinkende dansers, zingende zoeners, lavende lachers of een combinatie hiervan. Ik krijg het idee dat ik me bevind in de moderne versie van een Jan Steen schilderij. Het kan dus blijkbaar nog, in Denhaag, alle culturen aanwezig en geen onvertogen woord; “My kind of town Denhaag is”. In een prettige roes gaat mijn blik in deze ruimte omhoog en volgt de zware houten balken tot in de stenen muur, met daarin een misplaatst rond venster. Een schok van herkenning! Dit was dezelfde ruimte als vijftig jaar geleden bij de onfortuinlijke wratman. Deze nacht, ontwaar ik een hemelsbreed verschil in tijd en gebeuren, een soort van openbaring belicht door dit Haags (ven)ster van Bethlehem. Tekstverantwoording: Mink Out.

Lees verder

Hij die niet bestaat. Minks wekelijkse column 4-6-2014.

Hij die niet bestaat. Minks wekelijkse column 4-6-2014. In een god geloven doe ik niet, de moeite van scholen, tehuizen en zomerkampen ten spijt. Zelfs de bijbelse stempeltjes en de prachtige glitter plakplaatjes in mijn schriftje van de zondagsschool bleken, achteraf, paarlen voor de zwijnen. Vroeger zat ik nog wel eens, voor het slapen gaan, op mijn knietjes met gevouwen handjes en gesloten oogjes een gebedje te zingen. Op school geleerd; mijn moeder vond dit devote gedrag alleen maar schattig, meer ook niet. Ze vertelde dit intiem ritueel aan een ieder die het, wel of niet, wilde horen, hetgeen mijn ontluikend macho-gevoel niet ten goede kwam. Maandagmorgen, tijdens de derde klas periode (groep 5 voor de wat nieuwere mensen onder ons), verplicht een psalmversje uit het hoofd op zeggen. Voor een toen al, vergeetachtig Minkie Out werd “de dag des Heere” niet echt een rustdag, zult u op de klompen aanvoelen. Na een zorgvuldige overleg met mijzelf kwam ik tot de conclusie dat het, bij nader inzien, toch niks voor mij was, zo’n godsdienst. Geloof in wat je wil, geen probleem, maar accepteer ook, dat ik er niet aan mee doe. Ondanks mijn ‘heidense’ inslag, heb ik regelmatig het idee, dat er iemand aan de touwtjes trekt, zeker in deze financieel slechtere tijden. Net of er een figuur is, die neemt en geeft. Zo, komt de bodem van mijn schatkist in zicht, vrees ik barre tijden, en net op tijd wordt me weer een kluifje toegegooid om door te gaan. Als ik dan ‘s-nachts in bed lig, praat ik denkbeeldig met hem, die niet bestaat. Dan zeg ik zoiets van: “Mocht je dan toch bestaan, wat natuurlijk niet zo is, dan mag je best wel wat meer gas geven, die rem heeft er nu wel lang genoeg op gezeten”. Het is alsof ik een soort van marionet ben; trekt hij, die niet bestaat, aan het touwtje, dan is het gewoon bewegen, geen gelul. En ik? Ik kijk angstig omhoog met de zweetdruppels op mijn voorhoofd, “Kan dat niet wat makkelijker” roep ik, naar boven. Maar hij hoort niks, want hij bestaat niet. Regelmatig geef ik, wat meer, voor een goed doel, ook als het me slecht gaat. Dit doe ik niet als een soort van aflaat maar gewoon omdat ik probeer aan mijn medemens te denken. Ik vermoed als hij, die niet bestaat, mij bij die gouden poort ziet rondhangen, over zijn baard en hart strijkt en zal zeggen: “Die Mink is eigenlijk wel een redelijk fijn gozertje, die de toegang weigeren, dat bestaat toch niet”. Tekstverantwoording: Mink Out.

Lees verder

Koffer in Berlin. Minks wekelijkse column 28-5-2014

Koffer in Berlin. Minks wekelijkse column 28-5-2014 De Berlijnse afdeling van de Duitse SPD, zeg maar: Partei fur die Arbeid (op zijn Duits uitgesproken, toch altijd nog een beetje eng) heeft een geniaal idee gelanceerd. Volgens hun feministische tak, zal ‘a giant step for mankind’ worden gezet als de voetgangerslicht-mannetjes, deels worden vervangen door, jawel, vrouwtjes. Neen, de Berlijnse feministes staan hun vrouwtje, alleen maar mannen op de stoplichten zou het seksisme niet doen afnemen en de suprematie van de man onnodig benadrukken. Ook hier moet de vrouw haar intrede doen. Nooit bij ‘stil gestaan’ dat wij een ‘loop-je’ nemen met het feminisme, doordat er poppetjes met of zonder lange broek op stoplichten voor voetvolk zijn afgebeeld. Naar mijn idee zijn deze silhouetten bedoelt om, zo duidelijk mogelijk, het visuele, gaan en staan signaal af te geven. Een vrouw in minirok dan? Neen, meteen weer klaar, té seksistisch. Daarentegen zou een vintage maxi-outfit redelijk wat onduidelijkheid scheppen, en hier en daar ook wat voetgangers. Wellicht iets aan de vorm van de poppetjes veranderen, smallere taille of weelderige borsten; tja ik hoor u al zeggen: “Te lustobjecties en stigmatiserend”. De integratie van de vrouw als stoplicht-icoon wordt een lastig verhaal vrees ik. Doe waar je goed in ben; mannen de plaatjes, vrouwen de praatjes. Mijn idee; bij ieder stoplicht een zwoele, lage Marlene Dietrich stem: “Komst du mal” of “Warten zie bitte ein bit”. En bij de extreem drukke zebra’s de stem van directrice Angela Merkel: “LAUFEN” en “STEHN BLEIBEN” Komende 9 november is het 25 jaar geleden dat de Berlijnse muur viel, vond ik, een belangrijke gebeurtenis in de moderne geschiedenis. En nu; mannetjes of vrouwtjes-stoplichten als klap op de vuurpijl voor het zilver, democratisch huwelijk tussen oost en west….. pfffffffffff. Om nog heel even op Marlene Dietrich terug te komen, met het nostalgisch heimweh-lied: ”Ich hab noch einen Koffer in Berlin” nou, laat maar staan! Misschien ff luisteren ”Ich hab noch einen Koffer in Berlin” erg mooi WO 2. Tekstverantwoording: Mink Out.

Lees verder

Oude grond. Minks wekelijkse column 21-5-2014

Oude grond. Minks wekelijkse column 21-5-2014 Mijn hang naar het verleden is groot, je kan het nieuwsgierigheid noemen. Wat was hier vroeger, wie woonde er, waar zocht men vertier, het houd me bezig. Leergierig? Met grote regelmaat slurp ik gulzig allerlei kennis mijn onverzadigbare hersenpan in. Het internet veranderde mijn informatie vergaring, helemaal, in een ordinaire graaicultuur. En sinds kort, hoef ik het niet eens meer te zoeken; ze reiken het me aan; de diverse foto-pagina’s op Facebook. Aanreiken is nog mild uitgedrukt, het lijkt soms meer op volproppen. En ik, ik doe gewillig mijn mond open en laat me volproppen, hoe meer, hoe beter. Zat leden, dus aanbod genoeg. Wat dacht u van kasteel de Binckhorst waar volgens overlevering de begrafenisboot van prins Maurits in 1625 voorbij voer. “Afgezet met zwarte draperiën, vervolgde het vaartuig zijn route naar Delft”. Zonder te hoeven zoeken, wordt dit opmerkelijk feit bij mij naar binnen gegoten. De geschiedenis van de Haagse koninginnen kermis, al vanaf 1394. Vrijmarkt, kermis en, als spetterend hoogtepunt, een spectaculaire executie op het groene zootje (Plaats). Vanuit de wijde omtrek was dit gezellig dagje, in Die Haghe, iets waar men een heel jaar lang, reikhalzend naar uitkeek, met uitzondering van de veroordeelde, lijkt me. En zo besef ik me steeds meer dat de oude grond waarop wij lopen niet de onze is. En dat alles wat staat, slechts tijdsbakens zijn voor de huidige bepotelaars. Over honderd jaar zullen anderen weer jeremiëren dat ze dit of dat ooit hebben afgebroken. Een laatste houvast van het geborgen gevoel van toen ze nog zorgeloos kind waren. Waar ooit Mozart, van Gogh, Spinoza en Constantijn Huygens zich ophielden, lopen wij nu, voor mij een vreemd idee. Ook zij zaten in café en schouwburg, ook zij liepen langs het strand, alles was in kleur, vogels zongen en de zon scheen. Waar de beroemde Romeinse veldheer Corbulo ooit met zijn paard en goudbeslag over het veld snelde staat nu het Voorburgs filiaal van Mac Donalds, fastfood aan de man en de vrouw brengen, wat een tegenstelling. Terwijl ze de versletenen verzwelgt, doet ze er het zwijgen toe. Geduldig wachtend op nieuwe. Deze oude grond, waar heden en verleden elkaar, zo zeer, missen. Meld je aan op Facebook; Foto’s van Voorburg en/of Foto’s van Oud Denhaag. Tekstverantwoording: Mink Out.

Lees verder

Website by Splendit 2024

Kinderdisco