Knappe jonge weduwe. Minks wekelijkse column 1-5-2024
Rond knappe jonge weduwen hangt altijd zo’n sfeertje van meelij, maar als man ook nog zoiets van ingehouden begeerte.
Het medeleven is, juist door hun jong zijn, extra intens.
Staand in haar zwarte kledij neemt ze gelaten de grafrede van de pastoor in zich op. De donkere voile is net transparant genoeg om een vergaande staat van schoonheid te doen vermoeden. De kist zakt, zij snikt.
De rouwenden gooien, met ongewilde acceptatie, wat zand op het deksel. Zij als laatste, waarna ze, ondersteund, met gebogen hoofd, het kerkhof verlaat.
Wanneer men het statige herenhuis passeert, dat zij buiten de bedienden gerekend nu alleen bewoont, klinkt een luid kermen en kreunen als bewijs van haar hartverscheurend verdriet. Vroeg in de morgen worden binnen de lichten gedoofd en vindt de knappe jonge weduwe eindelijk haar broodnodige rust.
Een zacht gepiep klinkt als het bediendendeurtje aan de zijkant van het pand opengaat en een jongeman zich als een dief in de nacht uit de voeten maakt.
Het gaslichtschijnsel op de hoek van de straat onthult, vals sfeervol, dat hij met geweld in een klaarstaande boevenwagen wordt geduwd, welke spoorslags door de sjieke Haagsche straten zijn weg zoekt.
Op een mistige zondagmorgen wordt de knappe jonge weduwe met een koets vol koffers aangehouden. Het Staatsspoor zal zij voorlopig niet meer halen.
De jongeman was snel vrij, hij maakte slechts gebruik van de geboden kans een knappe jonge weduwe tot ‘kermens’ en ‘kreunens’ toe te troosten.
Wel werd bij verhoor van Jansje, het dienstmeisje, ontdekt dat meneers laatste kop huisgemaakte kippensoep toch een ietwat vreemd bijsmaakje had.
Onder een ruisende regenbui bogen de treurhazelaars zich zo diep, dat ze de ‘bealgde’ grafzerken langs de rand van de dodenakker, nat kusten.
Grafdelvers legden de kist bloot en plaatsten hem op schagen onder een tent.
Het lichaam, dat in verre staat van ontbinding was, werd nader beschouwd.
“Rattengif” sprak de lijkschouwer toen hij zijn rubber handschoenen uittrok.
Na een uitputtende verhoormarathon brak de jonge weduwe en bekende dat zij de kippensoep meerdere malen van een vreemd bijsmaakje had voorzien.
Haar gerechtelijke straf heeft zij niet ontlopen. Daar lag ze in een cel, op een vuil matras, belaagt door hordes ratten, waar geen gif voor handen was.
Dus lelijke, oudere mannen, bezint eer gij begint, aan een knap jong ‘kind’.
Tekst: Mink Out. Bundel verkrijgbaar op: www.conckshop.nl
S.d. The Gossips, Bonchurch, Isle of Wight. John Atkinson Grimshaw.