Vreemd of niet? Minks wekelijkse column 6-10-2020
Vreemd of niet? Minks wekelijkse column 6-10-2020
Schuilend voor de regen, onder een parasol, verorber ik het verlaat ontbijt op ‘t terras van mijn favo koffieschenkerij Floor. Over het zoveelste Emile Zolaboek heen glurend volgen mijn ogen twee verliefden die, met hun armen stijf om elkanders ruggen, veel weg hebben van een Siamese tweeling, alleen wel iets soepeler. Heimelijk jaloers neem ik stoïcijns een slok van mijn koffie-verkeerd-extra. Ik zou hem willen zijn met haar aan mijn zijde. De regen deert hen niet. Hun vele, vluchtige kussen doen de herfst als sneeuw voor de zon verdwijnen, voor deze twee is het hoogzomer.
Van achter lijkt ze op de vrouw met die twee kindertjes, welke vaak mijn café passeren om hun teckel uit te laten in het parkje verderop. Zelfde jas, zelfde gracieuze tred, lang glanzend haar en een fantastisch figuur dat tot mijn en anderen hun verbeelding spreekt. Neen, ze het was niet. Hoewel, als haar eigen man zo nu en dan meeliep naar het parkje, had zij hem nooit zo innig vast als nu die andere man.
Meestal liepen ze los van elkaar. De scheuren in hun eens zo mooi bouwwerk der liefde waren voor mij in ieder geval duidelijk zichtbaar. Ze waren onbetwistbaar uitgepraat, liepen met hun kroost nog wel de schone schijn op te houden maar dat de fut eruit was en ze enkel nog als broer en zus of kat en hond leefden was overduidelijk. Wanneer ze sporadisch met haar eigen man mijn café passeerde was het een zeer gure herfst die je niet in de koude kleren ging zitten. Neen, nu in de binnenstad met deze andere man was ze echt gelukkig.
Een half uurtje, een broodje ei, een tosti en vijf bladzijden Zola verder was voor mij de tijd gekomen om te gaan, de plicht riep. Ik stapte op de nep-Harley. Terwijl ik met mijn helm liep te klooien passeerde Polimax en Bizonkit mij zwalkend verliefd op hun weg terug. Tot mijn spijt was ik weer te laat om haar gezicht te kunnen zien. Ik startte mijn motor en reed langzaam over de stoep achter hen aan om verderop de weg te bereiken, kon ik meteen haar gezicht zien. Zij moest het zijn, dat kon niet anders. Eigenlijk ook geen stijl met twee van die bloedjes van kinderen. Ik passeerde en keek haar recht in d’r engelengezicht, ze keek terug…………………………………ze was het niet.
Tekst: Mink Out. Binnenkort de bundel.