Volwassen. Minks wekelijkse column 17-1-2024
Volwassen. Minks wekelijkse column 17-1-2024
Dus zo zag de dood er uit. Haar meestal zo goed zittend kapsel lag sluiks langs het bleke, normaal zo fleurig, gezicht.
Het ademen ging slecht, we depten haar mond met een soort sponsje om het uitdrogen tegen te gaan, wat een ellende.
Elke dag ff langs om te kijken hoe de stand was. Een serie van respect tonende bezoekuurtjes. Eigenlijk had je er niet veel aan en zij ook niet.
Of toch, het was toch nog wel ff heel dicht bij haar zijn, zolang dat nog kon.
De allerlaatste gouden uren in de buurt van mijn allereerste mens.
De laatste momenten bij haar, die me gebaard had en grootgebracht.
Het nachtkastje naast haar toonde een soort van stil leven, u wellicht bekend van dit soort intieme ziekbedscenes. Een flesje Kölnisch Wasser (goud en blauw) en een glas water glanzen in het fluweel schijnsel van het nachtlampje.
Er zitten van die twinkelingen in, van die sprankjes, als in sprankjes van hoop. Ja, ik weet het maar al te goed, valse hoop. Wel straalt het serene rust uit. Serene rust waarin je wegmijmert naar wat je 66 jaar met haar beleefde.
Na haar 100e verjaardag leek het wel of ze de knop had omgezet. Zo van het zit er op, tijd om te gaan. Plots weinig eten, minimaal drinken en veel slapen.
Broer Ger kwam binnen. Samen zitten we even later, aan weerszijde van het bed, met koffie, maar wat naar haar te kijken. Een streling langs haar bleke holle wang. Het warm wrijven van haar oude koude handen. Broer Ger en ik praten met onze gezichten dicht bij elkaar, bijna eerbiedig over haar heen.
Ik spuit een vleugje 4711 in haar nek. “Ruik je dat, lekker he”, probeer ik. Broer Ger herhaalt de vraag. Langzaam opent ze na drie dagen apathie haar ogen. Ze kijkt ons aan en begint zacht te praten, ja, zelfs een ingehouden lach toont ze. We zijn verbaasd, we hebben weer contact met onze grote liefde.
Daarna zakt ze weer weg in een diepe slaap, Broer Ger en ik gaan weer weg.
In de lift zeg ik hoopvol: ”zou ze het toch weer gaan doen Ger, zag je dat”.
“Kan ook een laatste opleving zijn Mink”, zegt hij mat. “Ja dat kan ook”.
Als ik vroeg in de morgen naar bed ga zie ik toevallig dat mijn telefoon stil overgaat. Het verpleeghuis. Den Ouden Neel is niet meer. Ik ben volwassen.
*** Door al mijn foto’s en stukjes over Den Ouden Neel op Facebook kan ik me voorstellen dat u iets van affiniteit met haar had. Als u dat zo voelt bent u op vrijdagmiddag a.s. van 16.00 tot 18.00 welkom in Grand café de Conckelaer voor een toast op het 100-jarig en 14-daags leven van Den Ouden Neel. ***
Tekst: Mink Out. Bundel verkrijgbaar op: www.conckshop.nl
1925 The Dance of Life. Edvard Munch.