Inbraak (verb). Minks wekelijkse column 3-10-2018
Inbraak (verb). Minks wekelijkse column 3-10-2018
Als ik thuis kom zit het kattenontvangstcomité, tegen alle verwachting in, niet in de vensterbank op mij te wachten.
De voordeur is van binnen afgesloten om de vrije aftocht der inbrekers, die net mijn huis bezochten, langs achter te garanderen.
Het slaapkamerraam wagenwijd open, inhoud van kastjes en laden ligt door het hele huis verspreid over de vloer. Kussens van de bank getrokken, koffers open op een afgehaald bed, schilderijtjes hangen schots en schreef, tis om te huilen maar ik hou me goed.
“Laat u alles zoals het is dan komt morgen de forensische dienst naar vingerafdrukken zoeken”.
Blijven tussen de puinhopen van deze ongenode bezoekers doet mijn psyche geen deugt dus dan ‘van armoe’ maar naar het nachtcafé.
Goed bedoelde, troostende verhalen van doorgesneden kelen en aan flarden geschoten hoofden kunnen mijn dorst naar geborgenheid niet lessen dus nóg maar een troostbiertje.
Onzekerheid nestelt zich in mijn hoofd, met tegenzin naar huis.
Dronken en voorzichtig☺, om niets aan te raken, slinger ik naar bed.
Snel in slaap, geen galopperende nachtmerrie klattaklopt me wakker.
In ’t donker buiten de was ophangen? Ik wacht maar tot morgen bij daglicht………neen, neen ik doe het NU, weifelend en alert de tuin in!
De deur van het kantoortje, waar de chaos het grootst is, open of dicht, neen, ik laat hem open, maar wel zo snel mogelijk opruimen.
Ter afleiding maar even een stukje televisie……..niets, de inbrekers hebben zelfs het Ziggokaartje meegenomen.
Dan maar een verhaaltje schrijven, bij elk geluidje spits ik mijn oren.
De wasmachine die plots centrifugeert doet mijn hart in de keel kloppen, slapen met een breekijzer naast bed, je weet maar nooit.
Vertel mezelf dat dit overal gebeurt, ik was nu gewoon aan de beurt.
Ruim de chaos op en blijf doen wat ik deed, zoals ‘s-nachts de was ophangen, anders doe je het nooit meer, sla de bladzij om.
Nu jaren later heeft het dit kwalijk gebeuren een plekje in de koude grond van mijn kerkhof der slechte ervaringen. Door dit verhaal stamp ik lachend de grond nog even aan, doet me niets meer.
Slachtofferhulp? Dat was ik zelf, gezond verstand was voor mij zat.