CAFÉ DE CONCKELAER IS OP DONDERDAG, VRIJDAG EN ZATERDAG GEOPEND VAN 16:00 TOT 24:00U . ZONDAG ZIJN WE OPEN VAN 16:00 TOT 20:00U. IS HET TERRASWEER DAN GAAN WE OP DIE DAGEN EEN UURTJE EERDER OPEN.

Hij die niet bestaat (verb). Minks wekelijkse column 30-10-2019.

Hij die niet bestaat (verb). Minks wekelijkse column 30-10-2019.

In een god geloof ik niet, (zondags)school en kerkkamp ten spijt. Stempeltjes en glitter plakplaatjes met Bijbelse taferelen in mijn zondagsschoolschriftje blijken achteraf paarlen voor de zwijnen.

Als klein Schilderswijkertje zat ik, voor het slapen gaan, handjes gevouwen, oogjes dicht, op de knietjes een gebedje te zingen, op school geleerd. Den Jongen Neel vond dit devote gedrag schattig, meer ook niet. Ze vertelde het intiem ritueel aan een ieder, hetgeen mijn ontluikend machogevoel geenszins ten goede kwam.

Maandagmorgen, tijdens de derde klas periode (groep 5 voor de nieuwere mensen onder ons) verplicht een psalmversje uit het hoofd op te zeggen. Voor een toen al, vergeetachtig Minkie werd “de dag des Heere” er niet 1 van serene rust, dat zult u wellicht op den klompen aanvoelen.
Na zorgvuldige overleg met mezelf kwam ik tot de conclusie dat het bij nader inzien toch eigenlijk niks voor mij was, zo’n godsdienst. Geloof in wat je wil, geen probleem, maar accepteer ook dat ik er niet aan mee doe.

Ondanks mijn ‘heidense’ inslag heb ik regelmatig het idee dat er toch iemand aan de touwtjes trekt, zo’n figuur die neemt en geeft.
Zo komt de bodem van mijn schatkist in zicht, vrees ik barre tijden, en dan wordt me weer een kluifje toegegooid zodat ik weer door kan.
’s Nachts in bed praat ik als het ware met hem, die natuurlijk echt niet bestaat. Een beetje zo van: “Mocht je dan toch bestaan, wat natuurlijk niet zo is, dan mag je best wel wat meer gas geven, die rem heeft er nu wel lang genoeg op gezeten”.
Het is alsof ik een soort van marionet ben; trekt hij, die niet bestaat, aan het touwtje, dan is het gewoon bewegen, geen gelul. En ik? Ik kijk angstig omhoog met de zweetdruppels op mijn voorhoofd, “kan dat niet wat makkelijker” roep ik, naar boven. Maar hij hoort niks, hij bestaat niet.

Zo af en toe geef ik wat voor een goed doel, ook als het me slecht gaat. Dit doe ik niet als een soort van aflaat maar gewoon omdat ik probeer aan mijn medemens te denken. Ik vermoed als hij, die niet bestaat, mij bij die gouden lift ziet rondhangen, over zijn baard en hart strijkt en zal zeggen: “Die Mink is eigenlijk wel een redelijk fijn gozertje, hem niet omhoog laten komen……………. dat bestaat toch niet”.

Tekst: Mink Out. Binnenkort de bundel. Meer: www.conck.nl

 

1884 Les Communiantes. Jules Breton.

Website by Splendit 2021