Dat was Toon. Minks wekelijkse column 13-9-2023
Dat was Toon. Minks wekelijkse column 13-9-2023
Toon van Sjaan (mijn toenmalige buren) was in de gang gevallen. Dit was een flinke stap op weg naar een eindstreep, waar Magere Hein leunend op zijn zeis als enige supporter op hem wachtte.
Een nare slopende ziekte. Er was in Toons geval geen hoop meer.
Het verpleegbed werd in de huiskamer voor het raam gezet. Dan kon hij nog wat zien. Ze hadden een tv zonder afstandsbediening, dus zette ik die van mij in een spontane actie op het gammele kastje met Swarovski beeldjes neer.
Zo kon hij nog even door zijn binnenkort verdwijnende wereld heen zappen.
Zijn leven kabbelde nog een paar dagen voort, totdat ik ‘s-nachts thuiskwam. Sjaan wachtte me bij de deur op met de woorden: “Tis gedaan Mink”.
Ik nam het kleine vrouwtje troostend in mijn armen, ze huilde zacht.
Bij mijn binnenkomst zaten er wat familieleden, die ik nooit eerder zag, in de huiskamer aan een biertje, en of ik er ook een wilde, ze waren lekker koud.
Maar van Sjaan moest ik eerst naar Toon komen kijken, die er volgens haar mooi bij lag. Bij zijn leven was dat al niet zo, dus twijfelde ik daar sterk aan.
Ik wilde er onderuit door te zeggen dat ik hem liever herinnerde zoals hij was, maar ik moest en zou hem met alle geweld, dood, zien.
We liepen door het benauwde gangetje naar het achterkamertje. Sjaan drukte eerbiedig de deurklink naar beneden en opende zachtjes de deur.
Het deksel lag nog niet op de eikenhouten kist. Je kon Toon helemaal zien.
Daar lag hij dan in zijn nette pak, compleet met stropdas, glanzende schoenen, manchetknopen, gouden horloge en wat ringen, mooier te zijn dan normaal.
De kist stond op een soort van tafel die bedekt was met een zwaar grijs kleed dat tot aan de grond reikte. Vanonder het kleed was een ongepast gerammel te horen hetgeen de piëteit voor de dode niet echt ten goede kwam.
“Wat is dat voor geluid Sjaan?”, “De koeling Mink”, “Kan die niet uit dan?”
“Dat mocht niet van die man”. “Nou, lekkere rustplaats dan”.
We gingen aan het bier. Er kwamen snackjes, een zoutje en een glaasje sigaretten. Op een bepaald moment werd er zelfs gelachen. Het ‘leven’ ging, ondanks de dode Toon in het achterkamertje, gewoon in rap tempo verder.
De begrafenis was zwaar. Sjaan en ik hebben het, onder een door mij meegebracht shoarmaatje of zo, nog vaak over hem gehad. Tis nooit meer gesleten dat gevoel van haar voor hem, maar hoe dan ook, dat was Toon.
Tekst: Mink Out. Binnenkort misschien de nieuwe bundel uit.