Boontje komt om zijn loontje? Minks wekelijkse column 10-1-‘18
Boontje komt om zijn loontje? Minks wekelijkse column 10-1-‘18
Joop de Neus is 65, hij staat nog steeds met veel plezier in zijn café, er is nog niemand, hij poleert glazen glanzend.
De deur zwiept met een klap open, twee forse mannen overrompelen Joop achter de bar, de één pakt hem om zijn middel en de ander grijpt hem bij zijn grijze haar en trekt het hoofd de spoelbak in.
Joop spartelt tegen maar de harentrekker houd het hoofd onder water totdat het borrelen ophoud, dan trekt hij hem naar boven en schreeuwt in het oor van de bejaarde man: “Je gaat ons betalen ouwe gek”. Tussen druipend water door hapt Joop amechtig naar adem.
Dit lugubere ritueel herhaalt zich nog twee keer, dan lopen de mannen richting deur, gooien hem ruw een handdoek toe waarop de grootste brult: “We komen terug en dan ga je betalen, vijfhonderd per week”!
Aan de stammtisch van het nachtcafé zit een man met een biertje. Siebe de Bruin komt binnen, het wordt stil, een ieder huivert.
Hij bestelt Bacardi cola aan de bar, zijn Rolex en diamanten pinkring schitteren in het druipkaarslicht van dit louche nachtlokaal. Het bar-meisje komt als een ekster op het geschitter af en hangt weldra aan Siebe’ s lippen welke los komen door deze animerende oorbellen Annie.
Terwijl glitterboy doorkwijlt met Annie staat Stammtischman op en loopt, achter Siebe langs, richting toilet.
Kalm draait Stammtischman zich om, zet een pistool achter het oor van Siebe en haalt de trekker over, de meid rent gillend als een keukenmeid de……… keuken in, Siebe zakt sloom tegen de bar in elkaar.
Stammtischman loopt richting deur en roept: “dit had je tegoed van Joop de Neus”, dan lost hij in het duister op.
Jaren er na zit ik aan dezelfde stammtisch, spelletje éénentwintigen, voor drie knaken en als het tegen zit ‘het snoeppie’.
Een man aan de bar, kijkt te pas en te onpas achterom naar onze tafel, ik vraag hem of hij een slecht geweten heeft omdat hij steeds zo omkijkt. “Neen hoor” mompelt deze terwijl hij met zijn mond trekt, hij rekent af en loopt met een sleepbeen de zaak uit.
“Vreemde man, hij bleef achterom kijken” sprak ik tegen een mede éénentwintiger, “niet zo gek, tis Siebe de Bruin, die ex-afperser”.
Tekstverantwoording: Mink Out.