Auteur Archief
Niet zo’n lokkend onderwerp: Stemmen, maar lees hem toch maar ff, het gaat over een fout van mij, altijd leuk toch. Dus lezen en delen A.U.W.
Kiespijn. Minks wekelijkse column 26-3-2014
Stemmen, gemeente verkiezingen Denhaag, op wie? De stemwijzer brengt uitkomst; koffie erbij en starten maar.
Enkele vragen met (mijn) antwoorden; Spuiforum: oneens (181 miljoen, in deze tijd?). Toestemming voor een nieuwe moskee: eens (iedereen mag hier zijn eigen kerk bouwen, al eeuwen). Uitgeprocedeerde asielzoekers onderdak bieden: oneens. Subsidie Nederlandse taalcursussen stoppen: oneens. Verplicht vrijwilligerswerk in de thuiszorg voor mensen met bijstand: eens.
Geen extreme en godsdienstige partijen voor mij, ff aanvinken en weg waren ze, dat ruimt aardig op. Onder denkbeeldig tromgeroffel druk ik voor een laatste keer op de knop en daar rollen een paar opties uit het diabolisch machien. Hhhhmmmm; de keuze, welke ik zou kiezen, was al snel gekozen; Partij van de Eenheid, had mijn hart gewonnen.
0p een holletje naar het ouderwetse schoolgebouw om de hoek, waar de stembus staat. Het Mariabeeld in de hal, kijkt me, wederom treurig aan, ook moedeloos van dat schijnbaar zinloos stemritueel?
In het kieshokje vouw ik de kandidatenlijst open en vind de mij geadviseerde Partij van de Eenheid. Maar dan, wat nu! Ik zie alleen maar Arabische en Turkse namen, niet dat ik daar wat op tegen heb, maar ik vermoed toch dat mijn stem hier als een Hollandse zandkorrel in een islamitische woestijn dreigt te verdwijnen.
In keuze blokkerende paniek, zie ik plotseling een vrolijk steekvlammetje, in deze allochtone smeltkroes, hunkerend naar politieke invloed. Arnoud van Doorn, overduidelijk een Nederlandse naam, nou ja, mooi toch. Ok, laat deze partij dan door nieuwere Nederlanders zijn opgericht, instroom voor kweek van eigen bodem is blijkbaar toegestaan. Vooruit dan maar, niets is onmogelijk, per slot van rekening had de blanke Lawrence of Arabia ook veel invloed op Noord-Afrikanen.
Semi opgelucht, zet ik mijn rode stip, waardoor de wereldgeschiedenis een andere loop krijgt. U kent het wel, Paul de Leeuw: Ik heb een steen gelegd, in een rivier op aarde. een lied gezongen om een ander, op het eerste gezicht, zinloos iets, ook een zweem van nut mee te geven.
‘s-Avonds aan de bar merkt een wakkere biertjes nuttiger op: “Arnoud van Doorn, is toch die ex-PVV-er die zich klakkeloos transformeerde van fanatieke Geert Wilders aanbidder tot devote Allah apostel, compleet met een, betaalde ultra all inclusive, pelgrimstocht naar Mekka” Verkopen van drugs aan minderjarige, het lekken van geheime stukken, privé betalingen uit de PVV partijkas, kortom, ik had een lot uit de loterij, lekker gestemd, link Mink.
En nu? Kies-pijn, zal wel duren tot de volgende verkiezingen.
Tekstverantwoording: Mink Out.
Vals spelen. Minks wekelijkse column 19-3-2014
Vals spelen. Minks wekelijkse column 19-3-2014
In een bedompte kelderruimte van de oude Haagsche familie Jamin, u kent ze misschien wel, koek, snoep, en de dubbeldik ijsjes keek ik in het rond. Ik trok wat oude paardendekens weg, en daar lag ze, kwetsbaar en verleidelijk, de mooie jonge dame. Als u nu een erotisch verhaal verwacht, moet ik u teleur stellen. Maar nu ik toch uw aandacht heb; Van hen (de Jamin’s) had ik een gedeeltelijke boedel gekocht tijdens mijn struinend bestaan als bemiddelaar in roerende goederen (2e hands handelaar).
Met boven genoemde jonge dame, bedoel ik een getekend portret, gevonden tijdens deze werkzaamheden.
Johannes Theodorus Toorop 1927, stond er onder de tekening van deze Hollandse meester in o.a. religieuze Jugendstil-Art deco van rond 1900.
Koortsachtig bladerde ik thuis mijn catalogussen door en vond een paar verkochte stukken van “Johan” die toch al gauw 40.000 gulden hadden opgebracht, “Yes” mijn interesse in kunst zou nu eindelijk eens het financieel voordeel brengen, waar ik altijd al heimelijk op had gehoopt.
“Vals, meneer Out, duidelijk geen Toorop-kaaklijn” sprak de afgestu-deerde expert (op notabene Toorop) bij het eerste veilinghuis waar ik wellicht het stuk zou verkopen. “Vals, de datum klopt niet; in 1927 was hij al overleden aan syfilis”, sprak een expert in het tweede veilinghuis.
Het kon niet dat dit een namaak-Toorop was, deze tekening, zo vol van vaardigheid; de glans-zwarte pupillen, getekend met een zacht loden potlood, doen de ogen spreken. Zo levensecht, dat wanneer de jonge dame haar hoofd in verlegenheid afwende, of flirtend zou knipogen, het je, in de eerste instantie, niet eens zou verbazen.
Ten einde raad, naar het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie”, waar wel vijf experts zich vergaapte aan mijn Toorop. “Ja maar die syfilis en die kaaklijn?” vroeg ik aan de professionals in het kunst kijken, “Nooit syfilis gehad, die kaaklijn; hier, een boek met de zelfde soort tekeningen, allemaal de Toorop kaaklijn, dus: niet vals”.
Wellicht had het (niet) “in de veiling nemen” wat te maken met mijn plat Haags taalgebruik en het gemis van kostuum 1.
Ze bleek, bij lange na, niet waard wat ik dacht, maar ze is wel de enige jonge dame in mijn nabijheid die het vertikt om ouder te worden, dus hou ik haar nog wel even, of zou ze vals spelen.
Tekstverantwoording: Mink Out.
FF invloed uitoefenen. Minks wekelijkse column 12-3-2014
FF invloed uitoefenen. Minks wekelijkse column 12-3-2014
Nou, het is weer bijna zo ver, ik popel van ongeduld, kan niet wachten.
Mijn handen jeuken en ik slaap slecht. Als een kind, die het leven, even, wil versnellen, voor verjaardag of Sinterklaas, tel ik de nachtjes af. En dan; de grote dag, met mijn voeten over het zeil (stofzuigt makkelijk) loop ik naar de gang en pak de enveloppe die al drie weken mijn geduld op de proef stelt. Met trillende vingers, niet van de drank maar van de opwinding, rits ik hem nerveus en vol verwachting open, en daar is hij dan; mijn felbegeerde stempas, compleet met glimletters. Dit papier geeft mij het recht om te stemmen, en volgens het bijschrift; invloed uit te oefenen op de samenstelling van het stadsbestuur.
Mmmmm, is dat zo; invloed uitoefenen, nou dat wil ik wel. Maar toch, telkens weer, voelt het anders, zelfs als ik goed gok, en ‘mijn partij’ wint, voel ik me, achteraf, nog een verliezer.
Met de glimlach van een heilsoldaat, schuimen ze, voor de verkiezingen, de straten af; warme handdruk, innemende lach: “Geef mij uw vertrouwen”. Nadat de stemmen geteld zijn, en de buit verdeeld, lijken de politici als door een vingerknip te ontwaken uit een nare hypnose.
Bokitoiaans borstkas geroffel ten gehore brengend eist de winnaar het onbetwist leiderschap op, en veranderd onze vriendelijke strijdkreet-verkoper in een kille manager die de BV gemeente X, wel ff verder zal gaan helpen.
Kijk, ik kan natuurlijk makkelijk lullen, maar een beter systeem is er volgens mij niet, simpel gesproken: “wat we hebben, is het beste, van het slechtste, en zo moeten we maar aan blijven klooien totdat er iets beters de revu passeert. Toch wordt, bij ons, de democratie in een redelijk pure vorm bedreven. In ieder geval puurder dan in Oekraïne, Rusland, Egypte, Libië, Syrië, Iran, Irak, Oeganda, Nigeria, China, enz, enz.
Nu probeer ik, als columnist(je), een animerend verhaal over stemmen en democratie te schrijven, maar om het toch nog wat meer diepgang te geven, deze uitspraak van Fernand Auwera, een Vlaams schrijver:
” Democratie is iets waar politici over praten als een hoer over de liefde”.
Een boute maar aardig rake metafoor. Ondanks mijn ietwat bitter stukje: “Wel ff stemmen woensdag…………o nee, ff invloed uitoefenen”.
Tekstverantwoording: Mink Out. Meer: www.conck.nl en zaalverhuur.
Niet met en niet zonder.
Joop was een tengere, kleine man. Hij had altijd zo’n lullig geruit boodschappentasje bij zich, met leren hengsels en koper ritsje. De inhoud was altijd het zelfde; een pakje magere melk, twee puntjes en een half ons kaas, daar hadden ze genoeg aan.
De barvrouw praatte honderduit, terwijl ze zijn biertje aanreikte. Het was altijd even wennen, zijn priemende blik op haar pronte borsten. Ach, het deed geen zeer, en zijn humeur knapte er alras van op. Dagelijks snel twee biertjes, en weg was hij weer, deze zoon van Nederlands-Indië, die in de jaren vijftig met de Willem Ruys naar Nederland was gevlucht.
Als Joop, een week later, zoals gewoonlijk, schielijk en schichtig het tweede biertje naar binnen probeert te werken komt Maarten binnen.
Regelmatig (nadrukkelijk) aanwezig, maar wel een lekkere prater die je, al snel, betrekt in een goed gesprek. Zo ook bij Joop, in een mum zat hij vast in een vrolijke dialoog, mede op gang gehouden door de nodige gratis biertjes van Maarten. Naarmate woorden en bier rijkelijk vloeien, is er van haasten was geen sprake meer. Joop ontpopt zich, meer en meer, als een bevrijdde ziel, die zich geen zorgen meer maakt over de steeds sneller doortikkende wijzers, van klok aan de muur. Plots valt een donkere schaduw in het café. In de deuropening staat een dreigende imposante, Kenau-achtige vrouw in een lange zwarte jas met op haar neus een grote donkere zonnebril. Een ieder zwijgt, alleen Joop blijft door kwetteren totdat hij, gemaand door de aanhoudende stilte, omkijkt. Met haar armen in de zij en het hoofd in de nek, kijkt ze minachtend op Joop neer. Hij krimpt ineen en vreest overduidelijk haar toorn (zoek maar ff op) waarvan de woedende blik een onheilspellende voorbode lijkt. Bruusk wenkt ze met haar hoofd zo van: “Mee komen”. Hij grist zijn regenjas en het lullige tasje van de stoel en trippelt gedwee achter haar aan.
“Een cola tic alstublieft. Nog even op de plek, waar Joop altijd kwam, ik heb hem net begraven”. Ze is geen schim meer van de domina van weleer. Doet u nog maar zo’n cola tic, en nog één……
We hebben haar thuis gebracht en in een luie stoel gezet met de afstandsbediening in haar hand. Een maand of drie later hoorde ik van een buurtbewoner dat ook zij was heengegaan, ze miste hem……….
niet met, maar ook niet zonder, elkaar.
Tekstverantwoording: Mink Out.
Jankers en huilers.
Een koningsdrama voltrekt zich, rond deze periode, in het noorden van Groningen.
De Florence Nightingale van het zilt Nederlands nat; Lenie t’Hart, is, naar het nu lijkt, niet meer welkom op de plek waar ze roedels zeehonden een hartverwarmend natje en droogje gaf.
Vertrekken uit Pieterburen, met een gemiddeld veel kortere verblijfstijd dan de veertig jaar die zij er zelf heeft doorgebracht, valt haar zwaar.
De bakens moesten verzet; nieuwe machthebbers besloten; kortere opvang en minder antibiotica. Ze houden, na de “Lenie dynastie”, geheel in lijn met het beleid van de landelijke gezondheidszorg, geen kostgangers meer.
”Nieuwe aanpak door een andere kijk op de materie” zeggen ze, terwijl de oude meesteres over een ordinaire bezuiniging furieerd.
In de vorige eeuw (voel me echt oud bij deze tijdsbetiteling), toen Lenie de eerste huilers aan haar borst drukte, was “onze” zeehond op sterven na dood. Nu ligt het waddenstrand vol met dikke, zonnebadende zeehonden en is het volgens biologen niet meer zó nodig, de haring aan de bek te houden. Moeder natuur kan, met gemak, de populatie zelf weer in stand houden.
Regelmatig schijnt het personeel haar: ”Lenin ’t Hart” te noemen, en waar rook is, is een brandend Kremlin, zullen we maar schertsen.
Dat onze Lenie geen tegenspraak duldt en de zeggenschap over Pieterburen met veel tegenzin en moeite loslaat is overduidelijk.
Wars van iedere geboden oplossing, uit ze zich in de media, onverzoenlijk.
Het spreekwoord zegt: Beter het anker kwijt dan het schip. Zo ook hier, de bemanning sloeg aan het muiten, en één, twee, drie in godsnaam ging Lenie overboord.
Stop met Janken Lenie; daar help je de huilers ook niet verder mee.
Als kleine pleister op de wonde een bedankje van mij, en na je ridderorde wellicht ook voor jou zo’n Chapeau-beeldje, als Wust en Kramer.
Tot slot, langs de waterlijn, een welverdiend applaus van honderden reikhalzende zeehonden die blij waren dat jij ooit kwam opduiken.
Tekstverantwoording: Mink Out.
Spuiten en slikken
Op mijn zestiende was ik, als zovele rond die leeftijd, erg ontevreden over mijn uiterlijk en daar moest wat aan gebeuren.
Samen met een, net zo onzekere, leeftijdgenoot werden ik lid van de sportschool, die mij zou omtoveren tot een soort Superman, waarop iedere deerne, met een enkele blik, verliefd zou worden.
”We beginnen licht mannen, dan kan het lichaam wennen” sprak de instructeur die leek op Jerommeke uit Suske en Wiske.
En daar stonden we dan, twee gespierde spijkers, in belachelijk, te grote sportbroeken en goedkope gympies.
Vol ontzag keken we, zwijgend, naar de strak geklede reuzen voor wie de grootste ijzermassa’s niet zwaar genoeg leken te zijn.
Na maanden gloorde er (wat) resultaat. Verblind door jeugdig optimisme, voelden we ons vele malen groter dan dat de werkelijk onthulde. Mijn ego scheen, met deze zelfoverschatting niet zo te zitten, en gedroeg zich meer en meer superieur. In de sportschool keken we vaker naar ons spiegelbeeld, dan dat we aan het ijzer trokken. De hele dag wiebelde ik met mijn borsten, hadden de jongens me geleerd, erg leuk. Paraderend langs etalageruiten, kleefde mijn blik aan de “goddelijke” reflectie die MINK heette. Nou ja, toch iemand gevonden die verliefd op me was.
“Ik krijg hem niet meer omhoog Jaap, meen je dat nou, uhhh, dan gebruik je misschien te veel” sprak de ander “staat in de bijsluiter, lulhannes; Kan impotentie veroorzaken. Gewoon een paar dagen niks en dan zal je zien; ben je zo weer een pornoster. Nou zet die spuit er nog effe bij mij in, dan kunnen we beginnen”.
Het stoffen gordijn dat poogde deze benauwde kleedruimten van privacy te voorzien, schoot te kort in het binnenskamers houden van dit heimelijke gesprek. Dat was het dus; de liters eiwit-shake die ik per dag wegklokte, waren het blijkbaar niet. Deze slikkende slampamper zou nooit kunnen winnen van dit soort spuitende Spartanen.
De gein was er af, ik kreeg een stijve nek van het etalages kijken en kon nooit hogerop zonder vals te spelen. Ben maar avondschool gaan doen, steek je wat van op, en de kans op impotentie is daar, lijkt mij, nihil. Ik wiebel nog wel eens, stiekem, met mijn borsten, blijft een prettige gewoonte-contractie.
Bij dat schaatsen gaat het ook steeds maar harder hé, vindt u niet.
Enige vergelijking berust op puur toeval
tekstverantwoording: Mink Out.
Vingers.
De rookruimte is de plek bij uitstek voor een goed gesprek, zo ook deze keer. Na de zoveelste trek van het steeds duurder wordende paffertje, sprak ik: “Zo, dus jij snijdt in mensen”, hij keek me kalm aan en sprak doodleuk “ja, je moet wat, als je wil blijven leven.
Maar uhhhh, heb je dan niet zo iets van; waar ben ik nou mee bezig; als je je mes er in steekt. Ach ieder zijn ding, jij bent cafébaas en ik chirurg, alles went”.
“Hoewel; zo’n jonge jongen met een flard-hand door een zelf gemaakte bom. Explosief stoer gedrag, heb je op die leeftijd, dat went nooit”.
Dat een jongen zoals ik, een gesprek heeft met een heuse chirurg, in vrije tijd, gebeurd niet vaak, dus ik nam het er maar van. “Stel; vinger d’r af, onder mijn tong, terwijl ik naar jou race? In water met ijsklontjes , dat geeft de grootste kans van slagen bij het aan elkaar maken” (onthouden).
“Laatst; een vrouw met drie halve vingers van haar man in de mond. Neen, zonder twijfel zat hij niet meer aan die vingers vast. Hij liep er achter met zo’n Brabants bonte theedoek, om zijn hand, die hij, aan de zaag- machine overspeeld had. Eigenlijk mag bij verkeerd vervoer niet meer gereconstrueerd worden, maar ach.
Ok, de ring-, middel- en wijsvinger op een steriele ondergrond en kijken…………. tja; welke vinger op welke zere plek? Lange, moeilijke studie als chirurg achter de rug, en dan zo’n eenvoudig iets, van welke vinger naai ik waar weer aan? Gek hé”.
“Het is gelukkig goed gekomen, kreeg later een mooi flesje Cognac, ben blij dat ik het kan en mag doen”.
Van de week, een ander soort chirurg. Deze ging ten overstaan van wat kinderen in de dierentuin van Kopenhagen, de boventallige Marius, opvoedkundig, uit elkaar snijden. Het voelde niet goed; die kinderen, dat te jonge giraf-je. Een nekschot (bovenin) hij heeft niets gemerkt. Niemand stak een een vinger naar Marius uit. Is er verschil in een giraffe of een koe voor de leeuwen gooien, dit had toch iets van kannibalisme.
Net als bij ons stukje vlees; we eten het graag, maar dat macabere gedeelte; ff niet. Leuk met onze kinderen “beestjes kijken”, maar dit soort Spartaanse confrontaties; nee dank u.
Laten we de vinger maar op onze lippen leggen, om ‘medeschuldig’ te zwijgen en sssssssssss te oreren als een soort van slaap-aanmoediging.
Marius, jongen; rust in vrede.
Tekstverantwoording: Mink Out.
Genept
Fokker-terminal, Binckhorstlaan, Spot on jobs (beroeps-keuze-dagen). Lopend tussen honderden scholieren zie ik bedrijven hun beste benen voorzetten om deze NIX18 (dat is de afspraak??) generatie, de unieke kans te bieden op een prachtig beroep.
Horeca, ziekenverzorging, politie, vervoer, beveiliging, techniek en het leger maken hun opwachting. Het kan niet op, een podium met strakke sportende type’s op de maat van -super kicken- rapmusic. Een band, een terras, en zelfs Ado eredivisie spelers (nog wel), alles word er aan gedaan om het enthousiasme, van dit toekomstig werkvolk aan te wakkeren.
Een glanzende ambulance doet zijn best om met een hand op haar wiegende heup de twitterende tieners de zorg in te knipogen.
De met sirene en zwaailicht uitgeruste politiemotor, staat de passanten kusjes toe te blazen in de hoop ze te verleiden voor het beroep van diender der wet .
Overgehaald door een operationele flight simulator, waarmee je echt, nep kan vliegen, word zelfs ík, bijna weer, de militaire dienst in gekoketteerd.
Het doet me denken aan een rosse buurt, met blosjes op onze wangen lopen we in deze ruimte vol nep-verleidingen.
Aan alles is gedacht, hoewel het ontbreekt hier een beetje aan realiteitszin, ik mis…….. ik mis……
Ik mis; een stukje landweg waar een soldaat op een nep bermbom stapt en zijn rechterbeen nep-verliest. Badend in de Heinz tomaten ketchup wordt hij dan door bovengenoemde glanzende ambulance hulpverleners gevonden.
Ik mis; nep-omstanders die de hulpverlening onmogelijk maken. Ik mis; de nep-scheld-kanonnaden en de nep-stenen, richting politie en beveiligers die te hulp schieten om de behoevende te redden. Ik mis; ………..de perfecte zin om dit verhaal subliem af te maken.
Hoop niet, dat u zich genept voelt, ik zeg het er in ieder geval nog bij.
Melancholie?
Het was een druilerige, waterkoude Januari-avond. Van dat soort weer om uit elkaar te gaan. Hij zou je komen halen, alle spullen stonden in de gang te wachten op ons laatste moment. Het ging niet meer, jou welvingen konden mij niet meer verleiden. Jou aanwezigheid; een geurende bloemenweide, waarin eindeloos dwalen voor mij het summum was, veranderde meer en meer in een aroma-loze zandvlakte. De roze liefdeswolk waarop we lange tijd in extase ronddartelde was verdampt en zou onze passiebloem nooit meer bevochtigen.
Toen, ach, we kregen er geen genoeg van, het maakte niet uit waar, maar we deden “Het”, het liefst 24 uur per etmaal. Drijfnat, na die forse regenbui in de Ardennen, gingen we toch door. Zelfs die huilende sneeuwstorm in Schotland kon onze vurigheid niet doen afnemen. Eén vonk van mij, ontstak bij jou een razend vuur, zo hevig, dat het de dagelijkse besognes deed vergeten. “Samen” was iets waar we ons heel lang goed bij voelde, maar ja, liefde laat zich niet dwingen. Dat ik óók voor die ander koos, nam je me kwalijk, jammer, ik dacht dat je echt van me hield. Het is nooit meer goed gekomen, je zei dat het voelde als verraad, vergeven was onmogelijk. Delen in mijn ultiem geluk was uitgesloten. Terwijl ik met die ander in een lánd vol geurende bloemen liep en zelfs orkanen ons hete spel niet konden verstoren, was jij verworden tot een brok theater van zelfmedelijden. En nu; was het einde van -ons samen zijn- nakend.
Daar stond je dan; vastgebonden op die kar, als een Jeanne d’Arc die naar het schavot werd gereden. Spijt, te laat, de teerling was geworpen, onomkeerbaar. Je kreunde van verdriet maar de wagen werd in gang gezet. Jij, rukkend aan de touwen, een verzet tegen dit gedwongen vertrek, met lede ogen keek ik toe, hoe je uit het zicht verdween.
Bijtend op mijn onderlip draaide ik me om en liep, langs die ander, het huis in waar de verpletterende leegte mij bedolf.
Maar ja, wat wil je; de banden stonden half leeg, de glans van je lak was doffer dan ooit en starten ging niet meer.
Na 25 jaar viel het afscheid van mijn oldtimer motor de BMW R 27 uit 1961 erg zwaar. Een moment van melancholie? Ach……..
Het werkt wel.
Vol overgave slaand op hun Djembee (Afrikaanse trommel) verschijnen drie grote bruine mannen. Een vierde slaakt, op het ritme van de woestelingen, kreten, in een voor mij onverstaanbare taal. Het zweet dat in korte tijd over hun lichamen gutst, laat hen net zo glanzen als de begerende ogen van enkele vrouwen die dit opwindend schouwspel gulzig gadeslaan.
De opzwepende oerklanken sleurt de menigte mee in een niet te temmen maalstroom van zang en beweging. Als u zich, al lezend, waant in de binnenlanden van Centraal Afrika, moet ik u teleurstellen. Ik heb u meegenomen naar een feestzaaltje Voorburg alwaar een schoonmaakbedrijf het jaarlijks nieuwjaarsborreltje viert. De woest uitgedoste jongens zijn gewoon werknemers, met trommelen als passie.
“POLISH MUSIC, POLISH MUSIC” schreeuwt een Poolse interieurverzorger die duidelijk de grens van zijn alcoholgebruik probeert te ontdekken. Ik; DJ Leesbril pak hem grappig-hard aan en zeg: “NO POLISH MUSIC TONIGHT” (waar haal ik die muziek in godsnaam vandaan?).
Mijn I-pad brengt uitkomst, ik laat hem een paar Poolse platen intikken en we kunnen verder; beetje schlagerachtig, u weet wel, dat; Ein Festival Der Liebe-genre. Voor dat ik kan denken; wat een baggermuziek, gaat de hele boel voor de tweede keer los, zelfs de Turkse portiek reinigers staan mee te doen.
Dan maar ff wat voor Mo en Ieb (Mohammed en Ibrahim) draaien; Nou Turkse Tarkan met Simarek (Kiss Kiss) laat zich niet onbetuigd. In een mum staat de hele boel zij aan zij, elkaars handen vast houdend, een Turkse dans te ondergaan, kenners compleet met zakdoekje, helemaal top.
En ja, wat dan? Een Nederlander voelt zich gediscrimineerd en kijkt me aan met zo’n blik van: overloper. Hhhmmmm; dan maar een uit je panty-gaan-nummer zijnde: “Sex met die kale” als je het niet meer weet, gaat deze er in als koek (je moet wel een zopie voor op hebben). En wederom een schot in de roos, een Oer-Hollandse Polonaise ontstaat. De baas, de bezemjongen de Afrikaanse kroes- en Hollandse kaaskop, Mo en Ieb, een ieder defileert, uitbundig meezingend, met de handen op elkaars schouders langs mijn disco-bordes. Nog ff een slownummertje; kokosnoot-bruine handen op melk-blanke schouders en een Poolse knikkebol op een Turkse leunschouder, een avond om nooit te vergeten. O ja, voor de sceptici onder ons; bovenstaande personen, inclusief de “Buitenlanders” staan elke dag vroeg op; WC’s, portieken en zo schoonmaken. Wat ik eigenlijk wil zeggen; “Het werkt wel!”