Een uitstervend ras. Minks wekelijkse column 03-06-2015
Een uitstervend ras. Minks wekelijkse column 03-06-2015
De fragiele senior was gekleed in zo’n lange regenjas, u weet wel: die van het vieze mannetje van van Kooten en de Bie.Langzaam maar constant in zijn koffie roerend, staarde hij met een matte blik door het raam naar buiten. Hij was zo in zichzelf gekeerd dat mijn bijschuiven aan zijn tafeltje hem niet eens opviel.
Zijn gegroefd gezicht verried een intensief leven.
“Ach, u heeft daar een tasje van Davo, dat is toch iets voor postzegelverzamelaars?” sprak ik na mijn eerste nip koffie verkeerd.
Hij veerde op uit zijn overpeinzing en vond het zo te zien een wonder dat iemand tegen hem sprak. “Uhhh ja, ben even in de Passage geweest om postzegels te kopen, twintig euro maar”. Hij toonde me twee goed gevulde albums, geen slechte deal.
De aanblik van de zorgvuldig gerangschikte zegeltjes bracht me terug naar de tijd dat ik, met een aantal schoolvriendjes, de jacht had ingezet op deze Arabische gom dragende betaalbewijsjes.
Ik heb de albums nog, volgens mij weinig waard maar ik kan er geen afstand van doen. Tijdens een koortsachtige zoektocht naar ‘t één of ‘t ander kom ik de albums per ongeluk wel eens tegen en blader ze dan door, een flashback naar mijn jeugd, ik word er rustig van.
Het werd een geanimeerd gesprek over de postzegelruilplaats bij Paleis Noordeinde, waar ik door mijn kleurenblindheid oud roze zegels kocht die eigenlijk ultramarijn moesten zijn, maar dit (snel) terzijde.
Hij schaterde en vertelde honderduit over het wel en wee van zijn postzegel avonturen. Een bezoek aan een grote beurs in het Haags Congresgebouw eind jaren zestig, die ik als tiener ook bezocht had, bevestigde de waarheid van onze verhalen.
Op mijn vraag of er nog veel ‘postzegelaars’ waren antwoorde hij, zich terugtrekkend in de sombere houding van daarnet: “Nou ja, steeds minder, ze sterven uit, gelijk de postzegel zelf. Op een E-mail hoeft geen postzegel, begrijpt u wel!”.
“Nou ja, wellicht tijd voor een herdenkingszegel ter ere van de teloor gaande postzegel”, sprak ik lachend om hem wat op te beuren.
Hij lachte meesmuilend en met een meewarige blik in zijn ogen knikte hij zuinig gedag en liep voorzichtig, als op eieren de Haagse koffiesalon uit, dit uitstervend ras.
Tekstverantwoording: Mink Out.