CAFÉ DE CONCKELAER IS OP DONDERDAG, VRIJDAG EN ZATERDAG GEOPEND VAN 16:00 TOT 24:00U . ZONDAG ZIJN WE OPEN VAN 16:00 TOT 20:00U. IS HET TERRASWEER DAN GAAN WE OP DIE DAGEN EEN UURTJE EERDER OPEN.

Auteur Archief

Levensstroom. Minks wekelijkse column 19-8-2015

Levensstroom. Minks wekelijkse column 19-8-2015

Noem mij maar “Levensstroom”, zo wil ik dat graag.
Kleine druppels smeltwater spatten op rotsen uiteen om later sporen trekkend elkaar weer te vinden.
Plotseling ontspring ik, geboren, klein en kwetsbaar als een baby.
Sijpelend tussen kiezels door, ontstaat een puber-stroompje van te verwaarloze omvang. Een veelheid van eigenzinnige, kabbelende bergbeekjes voegen zich samen, men geeft mij een naam: “Levensstroom”, want dat ben ik.
Wasvrouwen boenen kleding, baadsters bedruipen hun wellustig lichaam en kinderen spetteren schaterend van pret in mij rond.
Ik bevloei vruchtbare aarde om gewassen te laten groeien.
Stroom over of onder raderen van molens, die bomen tot planken zagen en tarwe tot meel malen.
Op de dag een levensader die, gestreeld door de zon, schittert als het zilver van een eens vergane vloot. In de nacht een ruisende stroom die gestaag door het laagland slingert om water naar de zee te dragen.
Mens en dier laven zich onbegrensd aan mijn ‘eau de vie’.
Vissen zijn in hun element, aantallen nemen toe en voorzien mens en dier van voedsel. Zalmen gaan tegen mij in, tot de oorsprong waar leven en dood met elkaar stuivers wisselen.
Dan word ik een volwassen levensstroom, steden klitten aan mijn oevers. Boten varen af en aan door mijn golven gedragen.
Men spaart mij in bekkens om straten te verlichten, huizen van gemakken te voorzien en fabrieken te laten draaien.
De winter zet in, mijn souplesse verdwijnt, schaatsen kletteren op mijn vries, krakend oppervlak. Goed gemutste mensen en kinderen met dikke jassen, handschoenen en dassen kunnen hun plezier niet op.
Het duister valt, een snijdende wind jaagt huilend de stuifsneeuw over mij heen, ongenaakbaar blijf ik hieronder.
De dooi verandert mij in een onstuimig beest, schuim koppend imponeer ik een ieder die op mijn waterweg komt. Als een woeste massa raas ik langs stapels zandzaken en stoere dijkbewakers. De lente meldt zich, u kent dat wel; bloemetjes, bijtjes, stoere jongens en argeloze meisjes. Geklepper van ooievaars overstemd mijn kalmerend gekabbel rond strekdammen.
Watervogels strijken neer in uiterwaarden om de wijd opengesperde snavels van hun jongen te vullen met voedsel uit mijn schoot, wederom doe ik mijn naam: “Levensstroom” eer aan.
Aan het eind van het vlakke land, stroom ik in een schier oeverloze zee als herhalend onderdeel om het leven te laten leven.

Tekstverantwoording: Mink Out.

Lees verder

Gekkenhuis. Minks wekelijkse column 12-8-2015.

Gekkenhuis.     Minks wekelijkse column 12-8-2015

Het voelt vertrouwd wanneer ik na jaren het toegangspad van het klooster Saint-Paul-de-Mausole op loop. Cipressen wuiven me een warm welkom toe. Entree betalen aan een aardiger mens dan 2 jaar geleden, mag nu ook mijn spullen stallen. Voordeel van zo’n herhalend bezoek is dat je weet wat er komt en daarom, zonder haast, meer kan genieten. Aan het eind van het pad staat een bronzen beeld van een mager mansfiguur met puntneus, die ik aanzag voor Don Quichot. Overigens hadden de nonnen van dit klooster voor het geestelijk welzijn van deze molenbedwinger, misschien ook een lans kunnen breken. Het bleek Van Gogh te moeten ‘verbeelden’: The Sunflowerthief. En dan……één van mijn meest favoriete plekken op aarde.

Het duizend jaar oude stenen bankje in de hoek van de binnenplaats. Als je gek bent, heb je grote kans hier weer normaal te worden of iets dat daar op moet lijken. Vogels en vlinders vliegen in het rond. Bijtjes gonzen van bloem tot bloem en doen hun bestuivend werk. Als beloning drinken ze nectar uit kelken waarin hun gezoem net even anders klinkt. De zon schijnt en krekels spelen als op duizend violen een vrolijk welkomstlied. Ik bedenk me dat het op den duur ook gekmakend kan klinken. Zo gekmakend dat je bij een aanval van hysterie, trillend met opgetrokken knieën en stijf dichtgeknepen ogen op hetzelfde bankje je oren dicht drukt om van dit krekel gekrakeel verlost te zijn. Ik heb geen aanval van hysterie, ik zit hier kalm, kalmer te worden. Kijk langs de gevel omhoog, gordijntjes achter blauw gekozijnde raampjes zijn van onderaf verteerd doordat er geen leven meer achter zit. De zonnewijzer doet niet aan zomertijd en laat zijn schaduw een redelijk zekere toekomst voorspellen. Duiven fladderen bij de eenzame torenklok, het ritselen van papier verstoort mijn dobberen in dit rimpelloos water. Toeristen met kinderen, blikjes cola en zakjes chips overstemmen de krekels. Even speel ik met de gedachte om onder het slaken van rare kreten als een dolle met mijn ogen te gaan draaien, hebben ze thuis echt wat te vertellen. Maar met de kans op een permanent verblijf in dit gekkenhuis heb ik deze ludieke grap maar uit mijn zieke hoofd gezet. 

Vriendelijk groetend, gelukkig weer weg van deze plek waar ik me stiekem ook wel een beetje thuis voel, au revoir”.
Tekstverantwoording: Mink Out.

Lees verder

Wij zijn aan de beurt. Minks wekelijkse column 2-8-2015

Wij zijn aan de beurt.        Minks wekelijkse column 2-8-2015

Zijn jas en schilders buis hangen aan de kapstok. In het asbakje ligt een half opgerookte sigaret alsof hij even weg is.
De hoge sleuf, in de muur, om grote doeken in en uit het atelier te krijgen, staat open, komt er zo zeker nog één binnen?
Er hangt een -hij is zo terug- sfeer, in deze ruimte, maar schijn bedriegt. In 1906 liep Paul Cézanne dit huis uit met een obsessionele hang om verschillen in jaargetij en dag verloop op doek te krijgen. Zo gedreven, dat hij regen en wind trotserend, door werkte. Hij liep longontsteking op. Daags later overleed hij; 67 jaar oud. Hij was zeg maar, in het zadel van de schildersezel gestorven.  
Scheuren in het plafond onthullen achterstallig onderhoud, een teken aan de wand van te weinig bezoekers?

De kinderen hebben geen fut meer om binnen te gaan en hangen amechtig naar lucht happend over de terrastafels in de tuin. Het klimmen tegen de stijl omhoog lopende straat heeft de interesse tot een absoluut nulpunt doen dalen. Vader praat als Brugmann over de kunstschilder die hier, op deze plek menig meesterwerk maakte. “De bruggenbouwer naar het fabuleuze kubisme”. Alles leuk en aardig, ze zijn nu wel klaar met die goed bedoelde kunstminnende opvoeding. 
“Oké, rusten jullie maar uit, dan ik ga wel alleen naar binnen. Dadelijk lopen we nog verder de berg op waar Cézanne zijn beroemde serie schilderijen van Mont Sainte Victoire maakte”.
Vader snelt door de deur naar binnen, het tegensputteroffensief om moeder het antilopen kamp in te dirigeren brand los.

En ik, toeschouwer, kom wel moeiteloos boven, met de Honda Shadow. 
Het uitzicht op Montagne Sainte-Victoire; gestolen door yuppen die, vanuit hun design huiskamer, bezoek imponeren met zicht op ‘Cézanne ’s berg’.  Een stil leven van geplette, bierblikken en verkreukelde chips zakken bij een uitgebrand kampvuur staan in schril contrast met de meesterwerken hier ooit gemaakt. Tussen gehavende reproducties, maak ik dit geschreven ‘meesterwerkje’. 
De amechtige familie Antilopen heb ik overigens niet meer gezien. 
Wanneer ik de berg af rij komt er een nieuwer mens, skateboardend met een rot gang voorbij, alsof hij zegt: “Opzij wij zijn aan de beurt”.  
Door het venster van Cézanne’ s  schilderijen ontdek ik dezelfde houding; opzij, wij zijn aan de beurt. Een menselijke eigenschap; toen, daarvoor, nu en hierna en gelukkig telkens opnieuw fris vernieuwend.

Tekstverantwoording: Mink Out. 

Lees verder

Place de Resistance. Minks vakantie geleuter 29-7-2015.

Place de Resistance. Minks vakantie geleuter 29-7-2015

 

Onder het bladerdak van grote kastanjebomen op Place de la Résistance vind ik beschutting tegen de verzengende hitte. Zittend op een bankje van deze zuid Franse gemeente Albi, kijk ik etend om me heen. Tussen een veelheid van herdenkingsplekken voor de Grand Gare (eerste wereldoorlog) hier één ter ere van de tweede wereldoorlog. Een bloemenzee omsluit het monument, een rechtopstaande kei met het opschrift: In memoriam 22 aout 1944. Blijkbaar hebben de Nazi’s toen der tijd ook hier rukzichtlos laten zien dat ze de baas waren.

In de verte luidt een kerkklok, het lijkt wel of bij iedere slag dit onthaastend-zondagsgevoel mij nog verder in bezit neemt. Ik kan het wel uitschreeuwen van geluk, niemand die iets van me moet. Gewoon zonder drukkende tijdslimiet lekker een verhaaltje schrijven. Een klus, dat relaxen, zwaarder dan actief zijn, taken en opdrachten schieten door mijn hoofd en ik zeg steeds nee. Het is vakantie en volgens de gene die mij mogen, nog verdiend ook.

Er fietst een man voorbij met een dikke joint, provocerend tussen zijn lippen geklemt, hij kijkt me aan of ik wel geinponeerd ben. Nou, wij uit Holland schrikken niet zo snel van een blowtje vriend. Geshockeerd van mijn niet geshockereerd zijn pedaleert hij geïrriteerd verder. Het zal allemaal wel los lopen, zeker nadat zijn vervaarlijk uitziende, zwiebelstaartende hond, hem los lopend blijft volgen.

Een lauwwarm zuchtje wind streelt mijn gezicht en brengt iets dat lijkt op verkoeling. Vogeltjes fluiten, een oude man komt naast me zitten, de stilte is te snijden. Ik durf niets te zeggen, ben de Franse taal niet machtig. Als het me toch te machtig wordt breek ik, ondanks de hitte, het ijs. Na ‘hoofdtalend’ gerepeteerd te hebben, zeg ik: ”Moi, un petit Francé, un conversation avec moi est terible”. De sluis gaat open, een stortvloed binnensmondse woorden doet mij net niet hopeloos verdrinken in een kolk van onbegrip. Na een half uurtje van wederzijdse inzet hebben we toch iets van een conversation, en dan gaat het snel, zo gaaf, die platte Haagse cafébaas met die Midi Pyreneese boer.

Moeten we vaker doen; met vreemde praten op een plein van verzet, leer je elkaar ook is wat beter kennen.

Tekstverantwoording: Mink Out. Meer: www.conck.nl.

Lees verder

Uitbehandeld. Minks wekelijkse column 15-7-2015

Uitbehandeld.              Minks wekelijkse column 15-7-2015

 

De lantaarn onder het afdak bij de voordeur lijkt somberder dan enkele maanden geleden. Toen kwam ik iets afgeven voor Gerda die hier vrijwilligerswerk deed. 

“Bent u familie? Uhhh neen. Ze was wel moe dus ik zal vragen of ze u wil ontvangen, neemt u maar even plaats!”

Redelijk afgevallen, en ze is al zo fijntjes qua bouw, ligt ze in een riante, gezellig kamer met de tv aan.

De schuifpui staat op een kier waardoor de vitrage zachtjes heen en weer wiegt, het vleugje wind streelt teder-vriendelijk onze gezichten.

Drie zoenen ter begroeting, ik hoop dat de geur van mijn  aftershave een klein cadeautje voor haar zal zijn. “Hoe vind je mijn luchtje”. “O, niet op gelet”. “Mmmmm expres wat meer opgespoten in de hoop dat je het lekker zou vinden, nou ja, ook goed”.

“Mink, het is hier top, ze zijn zo lief voor me, een ware uitkomst, zo’n Hospice. Ze hebben me vandaag in bad gedaan; echt heerlijk, ben er alleen een beetje moe van geworden”.

“Wel een perverse grap van het lot Ger, eerst werk je hier als vrijwilliger en nu lig je zelf in zo’n bed, heb je nog kans? Neen ik ben uitbehandeld, tis klaar maar ik ben niet zomaar weg”, spreekt deze tengere vrouw met de strijdlust van duizend leeuwen.

“Geloof jij in een god of zo Ger? Neen maar dat het hierna over is geloof ik ook niet; ik ga gewoon omhoog, weet zeker dat er hierna iets is”. “Ja, het leven is toch een soort cadeau, het begint en houdt ook weer een keer op, niks aan te doen.”

Er valt een stilte die ik graag op een vrolijke manier wil onderbreken: “Zal ik de volgende keer wat haring meebrengen?” “Gatver, nee echt niet, dat heb ik nog nooit lekker gevonden”. “Kibbelingen dan”, “jaahhhhh, die vindt ik heerlijk”.    

Ik ga je nog even gedag zoenen en dan goed ruiken hé Ger”. Ik hoor haar inhaleren: “Ja zeker lekker”. “Heb ik er niet voor niets te veel opgespoten”.

Bij de deur draai ik me nog een keer om: “Volgende keer kibbeling dus, ja lekker”. We zwaaien en gaan door met ons leven.

De lantaarn onder het afdak lijkt toch weer wat vrolijker dan daarnet; alsof hij probeert te zeggen: ”Je bent nooit uitbehandeld!”

 

Tekstverantwoording: Mink Out.                             Meer: www.conck.nl

 

Het rekeningnummer van Stichting Vrienden van Hospice Het Vliethuys is:  NL 74 RABO 0127 60 62 97

Lees verder

De pompbediende. Minks wekelijkse column 8-7-2015

De pompbediende.       Minks wekelijkse column 8-7-2015

Het is twee uur ’s nachts, ik sluit de kroeg af, mijn weekend begint, heerlijk: die dinsdag en woensdag vrij. Eerst even bij de pomp mijn motor wassen: hoge druk afspuiten, schuim borstelen, nog een keer afspuiten, hot wax en de finishing touch: druppelvrij naspoelen (het geheim van het verblindend glanzen). 

Ff binnen afrekenen voor het tanken, waar achter het pantserglas de alom opgewekte Maurits staat. Wanneer je hier op het vroege uur binnen komt maakt het niet zoveel uit wie er staat, het lijkt wel of die gasten klonen van elkaar zijn. Allen alert, opgewekt en rap van de tong.

“Er staat een bakkie tegoed voor je op de koffieautomaat Mink, kunnen we weer is even lullen, lang niet gezien!” De cappuccino flubbert gestaag het kartonnen bekertje in, ik zet mijn tanden snel in een gevulde koek om een calorieën-dialoog met mezelf te voorkomen.

Op gepaste afstand naast het betaal-schuifluikje volg ik, tijdens het gesprek met Maurits, zijn routineuze handelingen. Het zijn de mensen van de nacht die hier binnen komen: meisjes van lichte zeden, vergezelt door jongens van zwaar kaliber, kiezen voor Marlboro medium met click.

Straatschoffies van laag allooi, die opklimmen door heren uit hogere klassen voor zich te laten vallen, nemen Pringles Hot & Spicy. 

Een wegenwachtman koopt autodrop genaamd: total loss.

Politieagenten en HTM-werkers gaan voor de gratis koffie, de taxichauffeur voor grote Rizla vloei en tippies.

Klein pakje Kent voor de huisvrouw die het thuis-tandhakken beu is. Een telefoonkaart en een doosje paracetamol voor de online-pokeraar.

Maurits en ik voeren ons geanimeerd gesprek met transactie-pauzes.

Laag gesandaalde moslims in een maxi-jurk, hoog gehakte seksbommen in minirok, langharige rasta’s met kleurig haarnet en kortharige stropdassen in driedelig grijs, maken een bijna carnavaleske optocht.

De nachtbrakers respecteren Maurits, velen kennen hem bij naam en doen een “Boks” (met de ruit er tussen) als ze aan de beurt zijn.

Zelfs een tiental opgeschoten, eigenwijze petjes jongeren, die ík wantrouw, rekenen netjes af en groeten beleeft.

“Ach Mink, het gaat om duidelijkheid, grenzen stellen. Als je mensen vriendelijk behandeld, wordt jij dat in de regel ook. Lukt dat niet, dan corrigerend, een denkbeeldig klapje in het gezicht, als het ware”. 

Ik zeg: “Maurits de pompbediende als minister van integratie. Laat de huidige minister maar naar de pomp lopen, daar kan hij wat leren”.

 

Tekstverantwoording: Mink Out.              Meer: www.conck.nl

Lees verder

Rellen voor jezelf. Minks wekelijkse column 1-7-2015

Rellen voor jezelf.         Minks wekelijkse column 1-7-2015

 

Een man die zich, bij zijn arrestatie, niet eenvoudig in de boeien laat slaan, overlijdt door te hardhandig optreden van de politie.

Tegenwoordig kan je dit soort incidenten verwachten. Met terroristische dreigingen staat de sterke arm der wet onder druk.

Zo’n park vol met mensen: bij twijfel snel ingrijpen zal onder de politiecap zeker meespelen. Met alle risico’s van dien, blijkbaar.

Diep trieste gebeurtenis. ‘A night in the park’, werd een ‘Nightmare in the park’, om Duran Duran, te quoten:     “A view to a kill”.

Een vreedzaam protest, bij het politiebureau Heemstraat, begon zoals het hoort, respectvol en waardig. Alleen het macho stilstaand rondjesdraaien op motoren (burn-out) vond ik wat vreemd, maar laten we dat maar wijten aan een tekort van mijn cultuurkennis.

Wat een steuntje in de rug van de nabestaanden had kunnen zijn wordt al gauw grimmig, hommeles dus. Erg jammer dat het trieste lot van deze man in het park zo schaamteloos misbruikt wordt en de piëteit voor de overledene tot een bitter nulpunt laat zakken.   

Brandstichting en plundering, niet in erg grote mate(n), alhoewel een schoenenzaak? En een brandende keetwagen, zowaar ons eigen mini-Amerika.

De politie probeert de opstandigen voor de tweede nacht achtereen terug in hun hok te krijgen.

Tja, politie: buffer tussen ‘tevredenen en ontevredenen’ in onze samenleving. Altijd al zo geweest, na hellebaard en het blanke sabel nu de lange lat, hoewel: als nieuw wapen in de strijd tegen de onwillende wordt een heuse politiehelikopter ingezet.

Deze wentelwiek, die uren lang het Haags luchtruim domineert, zorgt samen met de drukkende loomheid van een tropische zomernacht voor weinig slaap.

Nou, de ochtend gloort! Ik kruip maar eens onder mijn opgesplitste Ikea drukknopen dekbed, lekker dun en koel.

De ‘kansarme’ moegestreden relschopper gaat ook voldaan naar bedje, in zijn huis met huursubsidie, centrale verwarming en dubbel glas.

Hij wenst u nog een fijne werkdag toe, met excuus voor het ongemak?

En voor degene die zeggen dat alle politieagenten moordenaars zijn, nog even dit: we gaan niet generaliseren want dat mag niemand in dit land, welterusten.

 

Tekstverantwoording: Mink Out. 

Lees verder

Participatiesamenleving. Minks wekelijkse column 24-6-2015

Participatiesamenleving.  Minks wekelijkse column 24-6-2015

 

Daar moet je eens gaan eten, sprak Channo, kenner van de Surinaamse keuken. Op mijn vrije dag stapte ik naar binnen en nam achter in de pijpenla plaats zijnde het enige lichtpuntje tussen de tropische verrassingen. Ik bestelde Roti kipfilet en gaf mezelf houding door in mijn mobiel te duiken. 

Aan het tafeltje naast me zat iemand nóg meer op te vallen dan ik. 

Zijn haast schreeuwend, hoog stemgeluid, nuffige hoofdgymnastiek en vrouwelijke handbewegingen gaven duidelijk aan, dat deze ge-make-up-te man al jaren uit de kast was. Liever had ik hem er, met alle plezier, weer ingestopt zodat ik rustig van mijn maaltijd kon genieten. Toch maar even (door)slikken, je bent zo een racist en/of homohater. Ach, ik doe gewoon mee, participatiesamenleving, mijn bijdrage van de dag, zullen we maar zeggen of schrijven.   

Gelijk een diva vervulde hij voor zichzelf een glansrol, een theatrale, soie de vivre, glamour-show zonder staande ovatie. Afrekenen; één kopje soep en een glas kraanwater. 

 

Dame Edna ging en de rust keerde weer, even later zaten twee vrouwen en een man aan de zelfde tafel een stuk rustiger te zijn dan de vorige buurvrouw. 

“Ik zit binnenkort zonder baan” sprak de oudere vrouw terwijl ze nerveus aan haar kroeshaar plukte. 

“Dan krijg je toch WW” retourneerde haar jongere tafelgenote. 

“Met vijftig zie ik mezelf niet zo snel meer aan een baan komen. Als mijn dochter verder gaat studeren en bij me blijft wonen word ik grof gekort op de uitkering”. “Ja dat is een werkprikkel, de participatie samenleving, ze gaan er van uit dat je dan sneller werk zoekt”. “Dat is lekker, dadelijk kunnen we net zo goed, weer terug naar Suriname gaan” sprak ze schamper lachend.

Ik kon mijn mond niet langer houden en zei partij-kiezend knikkend: 

“Dat is ook de bedoeling”. De jongere vrouw sprak tegelijkertijd de zelfde woorden, we keken elkaar aan en schoten in de lach.  Gedrieën lachten ze zo gul, zoals alleen Surinamers dat kunnen; heerlijk. 

Het eten smaakte goed. Waarschuwing; sambal in dat soort zaken is erg pittig en verhoogt de omzet van de groene Fernandes (3 stuks).

 

Onze koning gaf ons, in zijn eerste troonrede, wijze raad over een participatiesamenleving. Als ik hem was zou ik óók belasting gaan betalen. 

                                                  

Tekstverantwoording; Mink Out.                 Meer; www.conck.nl

Lees verder

Drs. P. Passé. Minks wekelijkse Column 17-6-2015

Drs. P. Passé.                 Minks wekelijkse column 17-6-2015

 

Al menig maal dacht ik dat hij den pijp aan Maarten had gegeven,

Doch; hij bleef zeer halsstarrig en ongebreideld doorleven.

Zijn hoofd op tijd weer onder het maaiveld, keer op keer.

De zeis van Magere Hein, onverrichter zake: heen en weer.

Knolraap, lof, schorseneren en prei, maar nee.

Telkens weer ging het denkhoofd van de Drs. niet mee.

Het woordgebruik van deze taaltovenaar, een lust voor het oor.

Zo gevat dat ik er menig glim- of schaterlach aan verloor.

In al mijn nederigheid, wijd ik dit rijm aan deze virtuoos vol vilein.

Dat het in al zijn eenvoud een welgemeende ode aan hem mag zijn.

Deze twintigste eeuwse Rembrandt van het gezongen woord,

Ook hij moest, bij de levens-trojka, van boord.

Op zijn beurt, voor de hongerige wolven gegooid.

Na Pjotr, Sonja, Natasja en Igor, ook hij van het leven berooid.

Trojka hier, trojka daar, het leven is een klapsigaar.

Trojka hier, trojka daar, Heins Polzer is nu ook wel klaar.

 

Als humoristisch afscheid schreef hij zelf een ironisch overlijdensbericht in zijn gebruikelijke Ollekebollekestijl;

 

Even aandacht graag!

Korte berichtgeving:

Ondergenoemde

is niet meer in beeld-

 

Wat hier (behalve voor

Onbelangstellende)

Hartelijk groetend

Wordt medegedeeld.

 

Nu mijn vers in Ollekebollekestijl (was even puzzelen).

 

Zal ik u zeggen,

Het schijnt echt waar.

Drs. P. is hem gesmeerd.

Gestopt met leven.

Nooit meer

 

Geresocialiseerd.

Het is toch erg

Of, om het even?

Terwijl de kater sliep en de pendule liep en de kanarie sprak: “Tjiep, tjiep, tjiep tjiep …………………”

 

Tekstverantwoording: Mink Out.  l

Lees verder

Een hemelsbreed verschil. Minks wekelijkse column 10-6-2015

Een hemelsbreed verschil.   Minks wekelijkse column 10-6-2015

Ad, één van mijn Face Book vrienden is vrachtwagenchauffeur. Stapvoets rijdend bij de tunnel van Calais naar Engeland heeft hij zijn camera aangezet. Je hoort muziek (over smaak valt niet te twisten Ad) met op de achtergrond een gedempt tevreden motorgeronk.

Wat direct opvalt is het intens knusse, waarbij Ad, als hij van huis is, zich toch probeert lekker te voelen.

De sfeer in de cabine  staat in schril contrast met wat er buiten, vóór de camera gebeurt. Het lijkt op een aflevering van de Twilight-Zone  (enge serie van vroeger).

Uit het duister doemen in het schijnsel van Ad ’s koplampen donkere gestaltes op, die met capuchons en sjaals hun herkenbaarheid proberen te verhullen.

Ze forceren de laaddeuren van de vrachtwagen voor hem, een aantal klimt er in en een ander sluit van buiten af.

Je zou zeggen, één of twee, big deal maar neen, het zijn hele groepen.

Ad heeft het niet zo op die gasten, logisch ze slaan je spiegels kapot om je het zicht op de verstekelingen te ontnemen, slopen je lading en bezorgen je een fikse boete.

We hebben het hier over bewoners van de Jungle van Calais. Vluchtelingen zonder papieren, die wachten op een kans om naar Engeland te komen vanwege het illegaal-vriendelijk klimaat.

Aan de andere kant van de tunnel ‘schijnt’ een bevrijdend licht. Maar al snel ervaren deze gelukzoekers dat het schijnt over een land dat door aangepaste wetgeving allang is veranderd in een Utopia.

Maar ja, wat moet je nou als je niks hebt, ik hoef hier niet zo nodig weg, ondanks het ach en wee vind ik het hier nog steeds best. Huis en haard verlaten doe je toch niet zo maar lijkt mij. Nou kunnen we natuurlijk niet alle armen en behoeftigen van de hele wereld uit ons westers kookpotje laten eten want dan zouden wij zelf ‘voah ows ège’ te weinig overhouden.

By the way; zullen deze mensen ooit als helden gezien worden, net als de vluchtende met die tunnel onder de Berlijnse muur na WO II.

O ja, in onze wijk is er felle bonje, onder buurtgenoten, over een  losloopgebied voor honden. Ik zou zeggen: “Vecht voor je plek!”

De afstand tussen onze wijk en Calais is zo’n 210 KM. Tja, een hemelsbreed verschil.       

Tekstverantwoording: Mink Out.       

Lees verder

Website by Splendit 2024

Kinderdisco